Archief ‘schilders’ categorie

Dringen in het museum

8 februari 2020

De schilder Claude Monet in zijn bloementuin in Giverny.

Al vier keer ben ik bij hem langs geweest op zijn mooie landgoed aan de Seine, maar nu hij een bezoek brengt aan Nederland kan ik natuurlijk niet wegblijven: Claude Monet, allereerste impressionist, onstuitbare kunstschilder, kleurengoochelaar. Maar de tijd dringt. Nog maar een paar weken en de tentoonstelling Monet – Tuinen van verbeelding wordt gesloten en reizen zijn reusachtige schilderijen terug naar huis. En -eerlijk gezegd– heb ik nog nooit één van die schilderijen in het echt gezien.

Claude Monet is een van mijn favoriete schilders. Ik bewonder hem om zijn lef, zijn werkdrift, zijn artistieke honger, zijn kunstzinnige genialiteit en omdat hij mij heeft laten zien hoe mooi mijn oerlelijke geboortestreek ook kan zijn. Hij bracht een deel van zijn huwelijksreis door in Zaandam en raakte er verliefd op de slome Zaan met zijn trage schuiten en zijn wiebelende weerspiegelingen. In mijn jeugd stonk de rivier als een rottende rat, maar op zijn schilderijen flirt de Zaan als een jonge schoonheid met het licht, het water en de lucht.

Niet alleen Monets schilderijen zorgen voor opzien, ook zijn levenswandel. Hij heeft een niet al te heimelijke relatie met Alice, de echtgenote van zijn weldoener, de kunsthandelaar Ernest Hoschedé, waardoor meerdere schilders zich van hem afkeren en er flink over hem wordt geroddeld. Monet lijdt er niet onder, zo lang hij maar een penseel in zijn hand heeft. Zijn werk levert nauwelijks iets op, Hoschedé gaat failliet en krijgt met vrouw en zes kinderen onderdak bij Monet. Die woont inmiddels in  Giverny, op het inmiddels wereldberoemde landgoed aan de Seine. Daar overlijdt  onverwachts en tot zijn  groot verdriet zijn  vrouw Camille.  Hoschedé, die al veel eerder uit  Giverny is vertrokken, sterft niet veel later. Monet trouwt dan met Alice.  Zijn zoon Jean trouwt later met de dochter van Alice, Blanche. Zij zal haar schoonvader liefdevol verzorgen als die oud en gebrekkig is en lijdt aan een hinderlijke oogziekte.

De tuinen van Monet: het drukste plekje van Normandië.

Het Monet-huis in Giverny is tegenwoordig een van de drukst bezochte plekken van Normandië, maar toen de kunstschilder er heen trok was het er nog stiller dan een zondagmiddag op onze Veluwe. Hij heeft zich in dit boerengat teruggetrokken om ongestoord de natuur te schilderen en creëert er een waar paradijsje met altijd bloeiende bloemperken en exotische waterlelies in verstilde vijvers. De boeren protesteren tegen de bizarre plannen van de schilder. De exotische planten zouden het water vergiftigen en hun vee doden.

Monet schildert er aan een stuk door ‘waterlandschappen’. Zijn wereld verschrompelt tot een kalme vijver, overspannen door een Japans bruggetje en met eindeloze weerspiegelingen. in honderden kleuren. Terwijl de kanonnen van de (eerste) wereldoorlog bulderen, is hij druk in de weer om acht gigantische doeken van de vijver te schilderen.  Hij schenkt ze aan de Franse staat in de hoop op een Monet-museum. Dat komt er niet, maar Monet blijft obsessief werken aan zijn gigantische schilderijen, tot op de dag van zijn dood. Onder grote publieke belangstelling wordt hij begraven, maar bloemen ontbreken. Bloemen plukken in zijn tuin vond Monet ‘heiligschennis’.

Een jaar later worden de acht panelen tentoongesteld in twee nieuwe ovalen zalen in het Orangerie-museum van Parijs, twee meter hoog en samen 91 meter lang. Er klinkt veel kritiek en afkeuring en allengs wordt het heel stil bij de waterlelies.

Het is dringen geblazen in het Haagse Kunstmuyseum.

Kunstmuseum Den Haag, donderdag 11.00 uur.

Dat is nu wel anders. Er staat een lange rij voor de kassa van het Kunstmuseum in Den Haag, maar ik loop die hele grijze sliert voorbij met mijn Museumkaart. Een suppoost wijst me terecht: ik moet terug naar Af, achter de rij aansluiten en bij de kassa een toeslag van € 3,50 voor deze expositie betalen. Het duurt ruim 20 minuten eer er een kostbaar stickertje op mijn Museumkaart is geplakt en ik eindelijk het museum mag betreden, naar binnen gestuwd door een grijze golf. de trap op, Monet – Tuinen van verbeelding binnen. Veertig internationale topstukken bijeen, juicht de folder. Plus 400 toeschouwers, voeg ik er aan toe. Er is geen doorkomen aan. Ik zie wat flarden en heb het snel gezien.

Nana’s van Niki de Saint Phalle stemmen je vrolijk.

Museum Beelden aan Zee, donderdag 12.00 uur.

Nog geen kwartier later suis ik per tram naar Scheveningen, de frisse, lege boulevard, het eigenwijze  museum Beelden aan Zee. Ook hier een toeslag van € 3.50 voor een stickertje en een kakofonie van kwetterende senioren. Een reusachtige groep grijze toeristen is er neer gestreken voor de lunch. Een buitenkansje! Als ik een beetje opschiet kan ik bijna in mijn eentje de bizarre, kleurrijke sculpturen van Niki de Saint Phalle op me in laten werken. Dansende, voluptueuze Nana’s in vrolijke badpakken. Daar wordt een mens weer blij van.

Babylijkjes gaan schuil achter haar sluier.

Niet alles is vrolijk. Er is een witte bruid met achter haar sluier tientallen babylijkjes. Niki had –op z’n zachtst gezegd– geen vrolijke jeugd. Ze is van aristocratische komaf, een rijke Franse vader (bankkier) en een Amerikaanse moeder. Als hun kapitaal verdampt door de beurskrach krijgt Niki de schuld van hun armoede. Vader is moeder ontrouw en vermaakt zich met moeders vriendinnen en Niki’s gouvernante. Moeder wil dat ze een rijke respectabele man zal trouwen. Vader pleegt ongeremde incest als ze borsten begint te krijgen, wil een minnares van haar maken. In de psychiatrische inrichtingen, waar ze uiteindelijk belandt, ontwikkelt  ze zich tot een vrije, onafhankelijke kunstenaar, die een machtige vrouw wordt in de door mannen gedomineerde kunstwereld.

De energieke senioren zijn uitgeluncht , fladderen opgewekt op de Nana’s af en maken een einde aan mijn overpeinzingen. Vlug naar buiten, blik  op de zee, ruimte om na te denken. Prangende vraag: is de Museumkaart een zegen of een vloek?

Museum Singer Laren, dinsdag 15.00 uur.

Met sombere voorgevoelens bezoek ik, dichter bij huis, de groot aangekondigde expositie Spiegel van de ziel in het Singer. Altijd interessant en uitermate rolstoelvriendelijk. Maar wat een opluchting: de zalen zijn dunbevolkt en fluisterstil. Aan de wanden spinnen de schilderijen van genot en laten zich behaagziek bewonderen. Zo willen ze het graag hebben. Ik ben de enige die de aangename stilte verstoor als ik de stemmen van de directeur en de gastcurator uit mijn audiotour al te luid laat klinken. Drie boze blikken is mijn loon. Wat een verrukking om zo’n museum zo dichtbij te hebben. Toch ook toegankelijk met Museumkaart en zonder toeslag.

In Singer Laren is het aangenaam rustig.

Museum Hilversum,  maandag 14.00 uur.

Nog dichter bij huis is onder veel mediabelangstelling nog een expositie geopend: de Zilveren Camera met de beste nieuwsfoto’s van 2019. Ik ben er een dag later met Museumkaart en geen toeslag. En ook geen kwetterende knarren. Doen ze ’s middags een dutje? Er heerst een aangename rust en ik krijg alle tijd en ruimte om de vaak schrijnende foto’s op me te laten inwerken. Vooral door het grote formaat  treft het beeld je als een bokshandschoen. Bijna levensgroot voltrekt het diepe leed zich voor je ogen. Een uittocht van duizenden vluchtelingen door een verre woestijn, grandioos vastgelegd door de camera van Eddy van Wessel. Oudtestamentische beelden in de wereld van nu.
En, vraagt een vrijwilliger als ik weg ga. Zeer indrukwekkend en zeer rustig, antwoord ik.

De Zilveren Camera: Immens leed trekt voorbij.

 

Ton Schultenplein 1

14 januari 2014

Tom Tom weet niet waar Oostmarsum ligt, maar het is geen straf om in dit deel van Overijssel zelf je weg te zoeken. Het einde van het jaar ligt als een gestikte lapjesdeken uitgespreid over de akkers en de velden. Rijtjes dunne bomen staan zwijgend te wachten op niets. Coulisselandschap. Ik zag het eerder dat jaar in Normandië, waar het de geallieerde opmars vertraagde en veel levens kostte. Hier kunnen ze geen kwaad, het krijgsgeweld passeerde als een man op een fiets.

Midwinterhoornblazer  van Kip-Ruiter

Midwinterhoornblazer van Kip-Ruiter

Het stadje blijkt Ootmarsum te heten, zonder s. Je bent hier in het oostelijkste deel van het land, dicht bij de Duitse grens, dus de naam Oostmarsum had niet misstaan. Bij Oot moet ik denken aan haver en zeker in deze donkere adventsdagen aan ootmoed: nederigheid. Z’offerden ootmoediglijk, mirr’, wierook ende goud. Hoe vaak heb ik dat oude kerstlied gezongen. Oot wordt er niet verbouwd, wel siepel, uien. En er is een erg on-nederig klooster, dat met zijn metershoge muren hooghartig heerst over huis en heem. Binnen is een expositie van kerststallen, die vooral laat zien hoe kolossaal het gebouw is. De eega koopt twee hoogglanzende engelen, eentje voor een euro, de ander voor twee. We laten het breed hangen als we een uitstapje maken.  (meer…)

Zaanstreek door vreemde ogen

12 april 2013

Zaanse huisjes

Zaanse huisjes op elkaar gestapeld als een bergdorp. Gekker kan het niet, want neregens ter wereld is de aarde zo vlak als in de Zaanstreek. Het schilderij is het eerste wat je ziet van de expositie HollAnders, tot voor kort in het Zaans Museum. ‘Kunstenaars met een beperking geïnspireerd door de Zaanstreek’, luidt de ondertitel.

Het Zaanse landschap met zijn water, zijn weilanden, zijn molens en zijn huisjes wekt bewondering tot ver in het buitenland. Dagelijks zwermen horden toeristen over de Zaanse Schans en laten hun camera’s klikken. Iedere seconde worden er zeker tien foto’s gemaakt. Veertig kunstenaars van Jans Pakhuys uit Amersfoort lieten zich ook inspireren door de Zaanstreek. Ze bezochten de streek, de Schans, het museum, het Verkade-paviljoen, de machines. Terug in Amersfoort slingerden ze hun impressies op doek en papier. (meer…)

Wat vind ik op de heide? (3)

9 november 2009

schapen mauve

Natuurlijk is er nog veel meer historie te vinden op de heide: bijvoorbeeld de duizenden voetstappen die de schilder Anton Mauve er heeft gezet. Mauve is weer actueel door de grootste overzichtstentoonstelling ooit van zijn werk in twee musea, Teyler in Haarlem en Singer in Laren.

Mauve is voor velen synoniem geworden met de Gooise heide en haar schapen, die hij honderden malen heeft geschilderd, van achteren als ze de heide opgingen en van voren als ze terugkeerden. De Amerikanen waren dol op Mauve’s schapenkuddes, vooral op de sheep coming. Daarvoor betaalden ze graag meer dan voor de sheep going.

Foto: ‘Sheep going’ van Anton Mauve. (meer…)

Op bezoek bij mooie Marie

29 juni 2009

Buvette de la Plage in Le Pouldu

De twee dames in de tuin schrikken zichtbaar als ik daar opduik. Wij willen de herberg waar de schilder Paul Gauguin gelogeerd en gewerkt heeft wel eens van binnen zien, maar er is niemand achter de kassa om ons toegangskaartjes te verkopen. Dat geeft te denken over de kwaliteit van wat ons te wachten staat, maar ik zet door. 120 jaar na de grote meester ben ook ik in Le Pouldu beland en bereid hem met te eren met een bezoek aan zijn tijdelijk onderkomen.

De dames doven snel hun sigaretten en maken duizend excuses in zulk rap Frans dat ik die snel wegwuif.
Je suis Hollandais. Voulez-vous parler plus lentement? probeer ik, maar dat maakt het alleen maar erger.
Hollandais? Parlez-vous Anglais?
Op Hollanders zijn de twee dames kennelijk niet berekend, maar ze kopen snel bedenkttijd.
Gaat u alvast maar naar de kelder, stellen ze voor, dan kunt u alvast de film bekijken.
Dan zijn ze ons even kwijt.

foto: Voor la Buvette de la Plage in Le Pouldu.

(meer…)

Pughie

28 oktober 2008

Zaanlands Lyceum aan de Westzijde te Zaandam

Ik weet niet waarom hij me nooit eerder was opgevallen want opvallender vent dan die van top tot teen in zwart geklede knul met zijn zware bril, zijn priemende, spottende ogen, zijn steil achterover gekamde stekelige haar, de loeiende pukkels op zijn gezicht en zijn trage gang, had ik nog nooit opgemerkt. Een peterolieboer of gasopnemer zou je denken. Maar hij was een regelrechte sensatie. Hij bleek niet alleen alles te weten van Vestdijk, Claus, Nescio en al onze andere literaire goden, maar hij schreef zelf ook de krankzinnigste gedichten. Pughie.

Foto: Het Zaanlands Lyceum aan de Westzijde te Zaandam.

(meer…)