Archief ‘vroeger’ categorie

Het beeld kraakt

27 maart 2016

Ik had twee grootvaders. De ene zat in een invalidewagentje, de ander hing bij ons aan de muur. In onze woonkamer was geen andere plek voor hem dan een spijker door het behang. Een tafel, vijf stoelen, een volgestouwd dressoir, meer kon er niet in. ’s Winters kwam er nog een kachel bij en dan was het helemaal dringen. De wanden werden ingenomen door twee XXL-schilderijen, waarvan ik de dikke reliëflijsten had vervangen door simpele tengels, de luidspreker van de draadomroep met daarop een monnik van terracotta, waar zo vaak tegenaan gestoten was dat zijn hals voornamelijk bestond uit dikke lijm, en een worteldoek met koperen prullen boven de halfsteens schoorsteenmantel.

Portret van mijn pake.

Portret van mijn pake.

Zat je aan tafel – wat kon je er anders doen? – dan priemde opa zaliger met zijn strenge blik in je rug. In zijn politie-uniform zit hij hoog te fiets zijn gezag uit te stralen . Niemand die dichtbij durft te komen. De anders zo drukke hoofdstraat is leeg. Twee auto’s staan verlaten voor het pand van Albert Heijn. Iedereen is weggevlucht voor de kalm voort peddelende hoofdagent  met zijn spiedende ogen en zijn blanke sabel gebruiksklaar in zijn stuurklem. Wat doet ongeïdentificeerd persoon daar op de openbare weg met houten driepoot? Heeft hij een schriftelijke vergunning daartoe? Vormt hij geen beletsel voor het rijverkeer? Maar voor hij afstijgt voor nader onderzoek, heeft de straatfotograaf al de foto gemaakt, die jaar in, jaar uit op ons neerkijkt in onze krappe woonkamer.

(meer…)

Wij weten dat we hem hebben gezien!

24 februari 2016

Het toetsenbord kijkt me koel aan. Weet ik de code nog? Mijn vingers prikken de vier cijfers. De massieve deur springt traag los. We mogen erin, Agnes en ik. Nu op weg naar het Bosviooltje, gang links, gang rechts, weer een deur. Bedeesd druk ik op het knopje van de intercom.
Ja-a, vraagt de speaker. Ik antwoord dat we voor de heer Prins komen.
O-o, reageert de speaker overrompeld. En dan: ik kom er aan!
Een opgewonden verzorgster opent de deur en kijkt ons onrustig aan.
Wat vervelend, verzucht ze. Komt u van ver? Meneer Prins ligt namelijk nog in bed, begrijpt u?
Schrik geeft een vuistslag op mijn hart. Nee, natuurlijk begrijp ik het niet. Er is toch niets ernstigs aan de hand met Henk? Een hartaanval, een beroerte, een wanhoopsdaad? Waren we maar vorige week gekomen. Dat had ook gekund. En nu zijn we misschien te laat. Shit, beste Hendrik, wat is er met je?

Drukte in Oudeschild, de toenmalige toegangspoort tot Texel.

Drukte in Oudeschild, de toenmalige toegangspoort tot Texel.

(meer…)

Bedelbrief

29 december 2015

Aan het einde van het jaar trachten de goede doelen je klem te zetten, proberen ze je hart te breken met het schrijnende leed dat je een heel jaar op afstand hebt weten te houden en steken dan begerig je hun holle handen toe, uitgekookter dan de doortraptste bedelaar.
Plies, sul, plies,plies.

Goede doelen knokken om je medelijden.

Goede doelen knokken om je medelijden.

Geld geven geeft maar eventjes een goed gevoel, maar lost niets op. Mijn eurootjes staan machteloos tegenover de oliewinsten in het Midden-Oosten en die van de wapenhandelaren. Hoeveel procent winst maak je op een bom? Vijftig, honderd, 200? En hoeveel bommen vallen er dagelijks op Syrië alleen al? Hoeveel is de winstmarge op een kalasjnikov en hoeveel zijn er al verkocht in de hele wereld?

Als er echt vrede op aarde moet komen, moet de fabricage van elk wapentuig verboden worden. En ook graag dat ongenegeerde gebedel. Daar heb ik ook een hekel aan.
(meer…)

Mijn ding

30 november 2015

Taal is ook mijn ding, maar dat taal leeft vind ik lastig. Het betekent namelijk dat je steeds opnieuw een dikke Van Dale moet aanschaffen. Die kost € 179,00. En aan de Van Dale officiële scrabblewoordenlijst ( € 24,99 ) moet ik sinds 2012 al 447 nieuwe woorden bijschrijven en 77 schrappen. Dat krijg ik nooit netjes voor elkaar.  En in de Scrabblewoordenlijst-app kan ik helemaal niets veranderen. Woorden, waarmee ik vier jaar geleden geweldig scoorde, worden nu bits afgekeurd.

Dat ook de spreektaal verandert vind ik helemaal jammer, zeker als dat om opportunistische redenen gebeurt. De NOS-sportverslaggever vond het kennelijk stoer en mannelijk om te melden dat de voetballers zeiknat waren door de regen. Zeiknat vind ik een ordinair woord, ongepast voor het podium van de NOS-televisie. Ik zou over dat woordgebruik pissig kunnen worden.  Gek genoeg klinkt pissig niet ordinair in mijn oren, terwijl beide woorden het over dezelfde vloeistof hebben.
(meer…)

Al die levens, al die doden

30 augustus 2015

6 augustus 1945. De grootste paddenstoel ter wereld schiet omhoog uit het hart van Hiroshima. Een flits, geen geluid. Drie dagen later volgt een tweede paddenstoel. Giftiger waren paddenstoelen nog nooit. De explosies veroorzaken een enorme drukgolf en intense hitte. Bijna onmiddellijk sterven 250.000 Japanners. In de jaren daarna  zullen nog enkele honderdduizenden omkomen door stralingsziekten en kanker.

Een flits, geen geluid.

Een flits, geen geluid.

Het is 70 jaar geleden en de media dienen de beelden van de bom en hun slachtoffers gretig op.  Mijn hart schrijnt bij het zien van al dat lijden. 15 augustus is een soort 4 mei maar veel minder populair. De televisie probeert nog iets te maken van de herdenking in Den Haag. Bloemen, toespraak, gedicht, interview, trage muziek. Ik kijk tegen mijn zin, maar ik mag al de  doden van die vreselijke oorlog in het Verre Oosten nooit vergeten, niet de vijanden, niet de vrienden.

Ik heb hun graven gezien in de blakerende tropenzon: de rijen ondenkbaar witte zerken op onberispelijke erevelden. Ik heb ze proberen te tellen: de bielzen onder de Birma-spoorlijn. Iedere twee bielzen één dode. Ik heb hun uitgebeitelde namen gelezen. J. P. van Aken, H. Zijlstra, D. Vrolijk. Duizenden.  Gestorven voor het vaderland, de vrijheid, het volk, de koningin. Voor wie en wat al niet. Het is niet te bevatten. (meer…)

Knikkerzak

31 juli 2015

Weer een dode. Het moet topdrukte zijn aan de hemelpoort. De zorgverlener vond hem ’s morgens op zijn bed in zijn ochtendjas. Dat hij niet gereageerd had op de deurbel was niet zo vreemd. Neef Koos is, sorry was stokdoof. Overal in zijn huis had hij listige oplossingen bedacht om wekkers, bellen, televisie en telefoon gigantische hoeveelheden decibellen te laten uitspuwen. Maar de dood kwam sluipend, als een dief in de nacht. Koos lag vredig op zijn zij toen de zorgverlener hem vond, in de foetushouding, een baby van 92 jaar.

Begrafenis in Driehuis.

Begrafenis in Driehuis.

Mijn oudste broer belt met het nieuws. Hij is altijd de eerste die gewaarschuwd wordt. Ik benijd hem niet.
‘Ik ga maar eens kijken’, zegt hij met tegenzin.
Koos heeft kind noch kraai, woont moederziel alleen.
‘Wie gaat het verder regelen’, vraag ik.
‘Geen idee. Ik in ieder geval niet. Dat heb ik hem duidelijk gezegd.’ (meer…)

Fietsen door de oorlog

29 april 2015

De jaarlijkse oorlogsherdenking nadert heftiger dan ooit tevoren, maar ik ben paraat. Ik stap op mijn fiets en rijd naar de burgermeesterkamer in het oude raadhuis van Hilversum. Daar verzamelt zich een groep van elf man bij koffie en appeltaart. We gaan een fietstocht maken langs plekken die herinneren aan de jaren ’40-’45, maar wachten nog op de laatste twee deelnemers.

De heer Pieter Hoogenraad van het Fietsgilde leidt ons rond.

De heer Pieter Hoogenraad van het Fietsgilde leidt ons rond.

Aan de oorlog heb ik niet zoveel herinneringen, maar waarom intrigeert hij me steeds opnieuw? Ik weet het niet precies. Ik beschouw de oorlog wel als een onvermijdbare markeringslijn in de geschiedenis. Deze oorlog was niet alleen een bezetting van je land, maar vooral ook een mes op je geweten. Je kon weg kijken, maar niet lang. Uiteindelijk moest je keuzes maken. Wat je deed, hoe je het deed, waarom je het deed, waarom je het niet deed. Je geweten zal je uiteindelijk verantwoording vragen.

Hoewel ik langer in Hilversum woon dan ooit in Zaandam, voel ik me nog steeds een geëmigreerde Zaankanter. Ik heb meer belangstelling voor de geschiedenis van mijn geboortestreek dan die van mijn woonplaats, maar dit buitenkansje laat ik mij niet ontglippen. We fietsen namelijk ook naar de geheimzinnige Blaskowitz bunker, die heel erg verscholen ligt tussen de villa’s van de Trompenberg. Ik heb er wel eens naar gezocht, maar nooit gevonden. Vandaag gaat dat wel gebeuren.

(meer…)

Ontzield

29 maart 2015
We trouwen in het wit.

We trouwen in het wit.

– Wanneer gaan jullie, vragen ze ons keer op keer.
– Maar wij gaan helemaal niet. Waarom zouden we?
Ze horen ons meewarig aan en we zien ze denken: wat een domme, eigenwijze  mensen. Straks zullen ze wel moeten, kunnen ze de trap niet meer op. En dan? Zorg kun je tegenwoordig wel vergeten. Dus dan moeten hun kinderen ervoor opdraaien. Egoïstisch is dat.

Nee, wij gaan ons huis niet verlaten. Wij blijven. Alsof er niets gebeurd is. Er is natuurlijk wel iets gebeurd. Het buurtje, waarin we zo’n veertig jaar geleden neerstreken en waar we zo uitbundig hebben gewoond, is ontzield. Het is een mistige morgen als een afgeladen bestelwagen voor de laatste keer de strijd uitrijdt, traag als bij een uitvaart, maar meer vanwege de weersomstandigheden, de verkeersdrempels en het glasservies. De stilte loopt als een doodgraver voorop.

(meer…)

Zingen op grafstenen

28 januari 2015
De oude kerk van Oostzaan.

De oude kerk van Oostzaan.

Als je van het dorp Oostzaan alle korsten als nieuwbouw, winkelcentra, verbrede wegen en parkeerplaatsen zou kunnen weg krabben, dan glanst er in het oude centrum een prachtige parel: de Nederlands Hervormde kerk. Een hoog kruisvormig gebouw met lange ramen en een groen torentje als een vrolijke puntmuts. Voor de kerk kruisen de vier winden elkaar. Met Zuid kom je bij het IJ en Amsterdam, West voert je naar de Zaan en Zaandam, Noord brengt je via de Haal naar Purmerend en Oost leidt je naar de begraafplaats en toont je het voorheen oneindige waterland vol sloten en slootjes, rietkragen, watervogels en joelende wolkenpartijen.

De kerk staat daar al heel wat jaartjes, zo’n 250 jaren om preciezer te zijn en heeft heel wat dorpelingen zien komen en gaan. Vooral binnen is het erg mooi met zijn ingehouden: rood portaal, witte zuilen, lichtblauwe balken, en dito hemel, waar in kroonluchters en miniatuur scheepjes zweven. Oostzaan is de bakermat van mijn familie. Zondag op zondag gingen mijn voorouders hier ter kerke. Om me aan te sluiten bij die stoet, heb ik er ooit op kerstavond een dienst bijgewoond en weekhartig mee gezongen over de baby die vrede op aarde zal brengen. (meer…)

Ik wil je niet

23 december 2014

Kijk hoe enthousiast we zijn. We lachen en kletsen, schudden handen en zoenen, slaan elkaar vrolijk op de rug en strooien complimenten. We vallen in elkaars armen als marathonlopers na  de finish. We bekijken onze minuscule fotootjes van toen met zoveel aandacht en verheerlijking als betreffen ze het kindeke Jezus in zijn kribbe. Ja, wat vinden we het leuk om elkaar weer te zien nu we grote mensen geworden zijn.

Vliegers oplaten en verder niets

Vliegers oplaten en verder niets

In 1960 deden we eindexamen en spatten we uiteen, alle kanten op, onze ambities en dromen achterna. Een toeval brengtt ons een halve eeuw later weer bijeen en sindsdien spuiten onze herinneringen onafgebroken omhoog als vurige lava. Tijd blijkt niet langer te bestaan. Jaren doen er niet meer toe. We zijn niet oud of jong meer. We zijn wie we zijn en poedelen in het borrelende warme bad van herinneringen, beelden, momenten.

Toch zou je bij mij enige afstand, enige reserve kunnen waarnemen. Ik zoek namelijk al sinds 1960 naar iemand, met wie ik een hartig woordje wil spreken. Achter wiens identiteit en motief wil komen. En hier ben ik dichter bij de onthulling dan ooit tevoren. (meer…)