Archief ‘wandelen’ categorie

Dooie dichter opgegraven

30 november 2019

Een witte theekoepel is het doel van onze herfstwandeling.

Een frisse herfstwandeling om je bloed sneller te laten stromen en kleur te brengen op je wangen. Achterhoek, Berkelvallei, natuurgebied Het Elger. Oud bos, goudgeel lover, flonkerende paddenstoelen, wegtrekkende kleuren, diepe zonnestralen en regenplassen als toverspiegels. Het is er stil en kil. Als een sterfbed. De herfst lijkt ons vooruit geslopen te zijn om de voorbije zomer te smoren onder een zachte deken van vocht en geur. De bomen schrikken zich rot. De bladeren verschieten van kleur, laten los en dwarrelen angstig spartelend  omlaag naar hun massagraf. Een verre specht hamert een doodskist dicht.

Onze schoenen sompen in het vocht. We verliezen de weg. De witte theekoepel, waarheen we willen, is weg, alsmede het voetveer, waarmee we ons over de Berkel moeten trekken. Als een van ons zomaar omvalt op de zachte maar natte bladeren, keren we om, weg uit dit muffe knekeloord.  We haasten ons naar het dorp, waar we onze auto hebben geparkeerd aan de voet van een kerktoren, die van heinde en verre niet te missen is.

De kerktoren is van heinde en verre te zien.

De koffie is heerlijk in het landhotel, dat zich buitenissig De Hoofdige Boer heeft gedoopt. De enthousiaste dame die ons bedient prijst de streekgerechten en –producten aan, die in de gelagkamer trots staan uitgestald, maar de koffie is ons voldoende. Om haar niet al te zeer teleur te stellen prijzen wij de fraaie omgeving en de landelijke rust rond het ons onbekende dorpje.
Waar we dan vandaan komen, vraagt de dame verwonderd.
Uit het Gooi, antwoorden we naar waarheid.
Nou, Matthijs van Nieuwkerk kent het anders wel, sneert de dame, die is hier stamgast.

Met de belofte dat we beslist nog eens terugkomen, verlaten we De Hoofdige Boer. Dat doen we deze zomer. Maar dan biedt de voet van de kerktoren nauwelijks nog parkeerplaats, zoemen e-bikes als bezige bijen in het rond, rennen serveersters heen en weer tussen terras en landhotel De Hoofdige Boer, is de oude mosterdmakerij uitgebouwd met roestgrage stalen platen tot een gloednieuw museum, STAAL genaamd, is het landhotel uitgebouwd met twee luxe zorgappartementen en zijn er in het dorp drie starterswoningen bij gekomen.

Ook het VVV is te vinden in museum STAAL.

Het dorp draagt de naam Almen, een wonder van een woord, dat smeekt om er mee te rijmen en te dichten: psalmen, galmen, palmen, talmen, walmen, zalmen, halmen. Ik ben benieuwd waarom dit boerendorp een gloednieuw staalmuseum heeft en zoek naar het VVV. Dat blijkt zich in de hal van museum STAAL te bevinden. Een medewerkster legt me vriendelijk uit, dat STAAL een samenvoeging is van Staring en Almen. Staring? Was dat niet een dichter van een paar honderd jaar geleden? A.C.W. Staring? Ja, ik heb weleens gedichten van hem gelezen. Maar welke dan? Niet iets dat stevig is blijven hangen.

Is een vergeten dichter als A. C. W. Staring echt een museum waard? Of probeert Almen een oud lijk dat hier bijna twee eeuwen in de grond heeft gelegen commercieel uit te buiten? Het museum noemt zich ‘een ode aan de dichter en landbouwbouwkundige’, die ACW was en, ‘een Staring-ervaring’. Ik ga het museum niet in. Het kost  € 7.50 per persoon, mijn auto staat beroerd geparkeerd en we willen lunchen, maar bij De Hoofdige Boer is het te vol. Ik ga thuis wel googelen. En dat gedicht schiet me vast wel weer eens te binnen.  Met de belofte dat ik beslist nog eens terugkom, verlaat ik museum STAAL.

Twee eeuwen oud: de dichter A. C. W. Staring.

Anthony Christiaan Winand Staring  leefde van 1767 tot 1840,  was een geleerd man met verschillende universitaire opleidingen, zo leert Google mij. Na de dood van zijn vader werd ACW landheer van de Wilchenborg. een landgoed  dat pa kocht, nadat die schatrijk uit de Oost was teruggekeerd.  De manier waarop ACW het land beheerde was voor die tijd zeer bijzonder. Hij had ook oog voor zijn medemens. Hij liet een school

bouwen voor de kinderen van zijn landarbeiders, eveneens voor die tijd zeer bijzonder. Maar hij blonk vooral uit als romantisch dichter. Na zijn  dood liet zijn jongste dochter de Staringkoepel bouwen, de witte koepel waar wij destijds naar zochten.

Bekende gedichten van ACW zijn de Jaromir-cyclus, Marco en De Hoofdige Boer (aha!), wat koppige boer blijkt te betekenen, maar het gedicht waar ik naar zoek vermeldt Google helaas niet. Wel kom ik en passant aan de weet dat Matthijs van Nieuwkerk al 12 jaar in Almen woont  en volgens zijn eigen woorden bij het dorp hoort. En ik kom de vaag bekende regels tegen: Sikkels klinken, sikkel blinken. Ruischend valt het graan, die deel uit maakten van het liedboek ‘Kun je nog zingen, zing dan mee!’, onmisbaar als we vroeger in jeugdverband recreëerden onder Gods blote hemel, maar wat er gebeurde nadat het graan ruisend was gevallen, heb ik geen idee meer. Google heeft het antwoord: Zie de bindster gaâren! Zie, in lange scharen, Garf bij garven staan!

Een van mijn oudste dichtbundels: de Prisma-pocket Ongerijmde Rijmen.

Mijn kwartje valt pas als ik een van mijn oudste dichtbundels in handen heb: Ongerijmde Rijmen, een Prisma-pocket uit circa 1953. Daar vind ik het gedicht dat mijn zwager en veelvuldig reisgenoot dikwijls reciteerde zodra de term ‘bereisde Roel’ viel. Met olijke ogen en plechtige stem klonk het dan:

Bereisde Roel zag op zijn tochten
Geweldig veel! Twee Bullebijters vochten,
Voor ’t wijnhuis, in een kleine Poolsche stad,
Terwijl hij juist aan ’t venster zat:
‘Zulk vechten, Menschen! – Zij verslonden
Malkander letterlijk! Met iedere hap, ging oor
Of poot er áf – en glad als vet er dóór!
Ons scheiden kwam te laat! wij vonden
Het restjen:-  op mijn eer,
De staarten, en niets meer.

Het gedicht heet Het Hondengevecht  en we vonden het altijd een goeie grap, maar om de grappenmaker met een heus museum te eren vind ik wel heel veel eer. Maar ik spreek zonder kennis van zaken. Ondanks mijn belofte heb ik museum STAAL nog steeds niet bezocht.

Op stap door de buurt

26 januari 2016

Deze maand is één van mijn beste vrienden jarig. Ik ben een persoonlijke kennis en ik kan altijd met de gekste vragen bij hem terecht. Bijna altijd heeft hij een antwoord: Wikipedia, 15 jaar. Niet alleen hoeveel inwoners Monokwari heeft (130.000) of wat de sterfdatum is van Abraham Kuyper (8 november 1920, Den Haag), maar ook wat er In de buurt te zien is, een nieuw handigheidje van hem op mijn tablet. In de buurt is op 180 meter bijvoorbeeld een Heilig Hartbeeld. Dat wist ik natuurlijk zelf ook wel, maar niet dat het gemaakt is door de Vlaamse beeldhouwer Jozef Cantré (Gent, 1890 – 1957).

Het Media Park in Hilversum loop je zo binnen.

Het Media Park in Hilversum loop je zo binnen.

Om de verjaardag van Wikipedia te vieren maak ik aan zijn hand een uitstapje In de buurt. Op 790 meter van hier vond de moord plaats op Pim Fortuyn, laat Wiki weten. Ik had het pistoolschot kunnen horen, als ik thuis was geweest, zo dichtbij, maar op de plaats van het misdrijf ben ik nog nooit geweest. “De moord op Pim Fortuyn was een daad die op 6 mei 2002 in Hilversum werd gepleegd door Volkert van der Graaf”, doceert Wiki. “Dit was negen dagen voor de parlementsverkiezingen waarbij voor de politieke partij van Pim Fortuyn, de LPF, een grote zege werd voorspeld.”

Het was vooral een grote en beschamende schok, dat zoiets in ons brave Nederland kon gebeuren. En nog erger: bij mij om de hoek. Misschien was Volkert van der Graaf wel langs mijn huis gelopen op weg naar het Media Park, het geladen pistool in zijn zak. Wiki: “Star Firestar M43 (9 x 19 mm).” In Den Haag, waar het Torentje wachtte op de komst van Fortuyn, braken rellen uit, een auto werd in brand gestoken, de internationale pers stormde toe, news flashes op alle media. (meer…)

Honeymoon

30 september 2015
De volle maan tovert met het licht.

De volle maan tovert met het licht.

Het is middernacht. Ik zwerf ik door de straten van mijn woonwijk. Om me heen cirkelt een klein wit spookje, op zoek naar interessante geurtjes.  De straten zijn stil en baden in het licht van de lantaarns en van de volle maan. Je zou er een boek kunnen lezen, maar dat heb ik net gedaan en op mijn nachtkastje wacht Kieft, de bestseller van Michel van Egmond. Ik heb geen haast en het hondje al helemaal niet. De nacht is mooi en geurig.

Althans voor een hond. Alle auto’s liggen braaf voor de huizen van hun baasjes te wachten op morgen als zij weer uitgelaten worden om hun CO2 uit te stoten. De lucht is nu zuiver en alle geurtjes op straat flirten als bedwelmende parfums. Het hondje draait alle kanten op. Het is om gek van te worden. Links, rechts, voor, achter, overal lonken verleidelijke sporen. (meer…)

Loslopende gastarbeiders

27 februari 2015
hooglanders

Ze zijn er eerder dan ik: twee Schotse hooglanders.

Er zou sneeuw liggen op de heide. Vandaar dat ik mijn camera heb meegenomen. Maar de zon is er eerder dan ik. En deze twee koeien nog veel eerder. Die lopen daar dag en nacht, weer of geen weer. Ik maak een foto van het stel. Van ruime afstand. Ik heb het niet zo op dieren die los rond lopen waar ik rond loop.

Hoe dichter je bij zo’n beest komt, hoe imposanter het wordt. Ruige haren, stevige poten, vervaarlijke hoeven, lange puntige horen, grote, zwijgende ogen en een ontzagwekkende hoeveelheid vlees. Zeshonderd kilo of meer. Beukt dat op je in dan is je kans op een vrolijke voortzetting van je wandeling geheel verkeken. Blijf op 25 meter afstand, waarschuwen borden aan de rand van de heide. Zelden ben ik zo gehoorzaam.

Ze horen thuis in Schotland maar zijn hier naar toe gehaald om het graaswerk over te nemen van onze eigen schilderachtige schapen, die frequenteren op de doeken van de Larense Anton Mauve. Volgens zeggen schilderde die twee schilderijen per dag. Eentje van het vertrek van de kudde en de tweede van de terugkeer. De internationale kunsthandel was verzot op deze taferelen. Voor de schilderijen waarop de kudde aan komt lopen, sheep coming, werd nog meer betaald dan voor die waarop alleen de konten van de schapen waren te zien, sheep going. Die schapen zijn verdwenen, maar in cows coming heeft nog geen schilder inspiratie gevonden, hoewel ze allemachtig stil kunnen staan en met een brede kwast makkelijk te vangen zijn. Natuurbeheerders zijn enthousiast over de Hooglanders. Het zijn goede grazers, niet kieskeurig, winterhard en zelden agressief. Zeggen ze. (meer…)

Spoor door Hilversum – 2

23 november 2012

We volgen het Westerborkpad door Hilversum en worden op de Diependaalsedrift gewaarschuwd: struikelstenen aan de overkant. Struikelstenen? Wat zijn dat nou weer? Voor huisnummer 16 glanzen vijf vierkante plaatjes in het trottoir. Je moet diep bukken om ze te kunnen lezen.  Hier woonde Jan Hendrik Menko, geboren 1898, gedeporteerd 1944 uit Westerbork, Auschwitz vermoord 11-02-1944. De vier andere stenen hebben gelijksoortige teksten. Alleen de namen verschillen: Steven Menko, geboren 1929, Marion Menko, geboren 1931, Erik Menko, geboren 1936, Lotty Dora Menko-Polak, geboren 1907. Vader links, moeder rechts.

Vijf struikelstenen op de Diependaalsedrift

Ik had ze al eens eerder in de joodse wijk van Berlijn gezien. De straatjes waren er bezaaid met die Stolpersteine, een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Hij brengt de keitjes aan bij de huizen van verdreven, gedeporteerde en vermoorde nazi-slachtoffers.  De meesten hebben geen graf maar op deze manier krijgen ze hun naam terug en kunnen ze in herinnering blijven leven. Het project om op deze manier aan de Holocaust te herinneren is gelukkig over genomen in Nederland. Helaas de naam ook. Struikelstenen. Je struikelt tegenwoordig  niet meer over de joden; zou ‘Gedenkstenen’ niet passender zijn? Nee, zegt Demnig, je struikelt over die stenen met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen. De vijf goudglimmende keitjes op de Diependaalsedrift verrichten zwijgend hun indrukwekkend werk. Ze brengen de  Menko’s weer terug in hun eigen straat.

(meer…)

Spoor door Hilversum -1

14 november 2012

Vreemd om als toerist naar je eigen woonplaats te wandelen en er ook nog overdonderd te worden  door allerlei nieuwe ontdekkingen! We volgen het Westerborkpad, in het spoor van de joden die per trein van Amsterdam-Muiderpoort afgevoerd werden naar Westerbork. Hilversum ligt ook op die route.

We zwerven al sinds jaar en dag over de Westerheide, maar het Westerborkpad leidt ons naar Hilversum over een leuk pad, dat we nog nooit  gelopen hebben. Achter de groene bosschages piept een onzichtbare trein. Op deze wandeltocht is de spoorlijn nooit ver weg. Over de Laan 1940-1945 lopen we Hilversum binnen,  voor ons bekend terrein. Links zullen we zo meteen een eerste gedenkteken zien: een steen uit de groeve van Mauthausen. Maar er is niets te zien. Het monumentje is verdwenen. Nee, roepen mijn wandelgenoten, je bent in de war. Het monumentje staat heel ergens anders. Het wandelgidsje geeft hen gelijk. Pagina 69 laat zien dat het monument op de oude begraafplaats ‘Gedenkt te Sterven’ staat, in het oude hart van ons dorp.

Deze steen uit het vernietigingskamp Mauthausen zij de komende generaties een teken. 5 mei 1970.

(meer…)

Munnekeburen

10 oktober 2012

De schelpen van het voetpad breken onder onze wandelschoenen. Het pad lijkt een sluipweggetje langs de losse huizen die hier hardnekkig staan te staan, ondanks de harde wind die de wilgen wiegt en aan de daken trekt. Maar eeuwenlang was dit de hoofdweg vanuit Spanga  naar het noorden, tot aan de dijk van de Tjonger. Bijna evenwijdig aan dit pad loopt de Grindweg, nu een asfaltweg. In Munnekeburen komen de twee  wegen zo dicht bij elkaar dat alleen de kerk met zijn begraafplaats er nog tussen past.

Het kerkje van Munnekeburen.

Wij, mijn broer en ik, lopen hier in de voetsporen van onze overgrootvader Auke Haven, arbeider-boerenknecht, in de hoop iets te voelen van zijn leven, zijn wereld en onze afkomst. Een onzinnig idee. Munnekeburen zwijgt als het graf en afgezien van af en toe een auto over de Grindweg is er geen mens te zien of te horen. Een groepje eenden zorgt voor het enige teken van leven. Het dorp is overhaast verlaten of iedereen zit muisstil binnen. Het hek van de kerk roept krijsend om hulp als we de begraafplaats betreden, maar niemand reageert.

(meer…)

Hei is mooi!

30 augustus 2012

Mooier was de heide nog nooit.

Op een kleine 1200 kilometers van mijn huis aanschouwde ik deze zomer de lavendelvelden van de Provence. Maar hoe goed die paarse sprietjes ook hun best doen, ze halen het niet vergeleken bij het spektakel dat zich op nog geen kilometer van mijn huis afspeelt. De Gooische Noorderheide staat maniakaal met vurig violet te smijten alsof Vincent van Gogh nog overtroffen moet worden. Wat een kleur. Zelden zag ik zo veel en zo uitbundig paars joelen in mijn ‘achtertuin’.

Die heide was voor de schrijver Frederik van Eeden reden om hier te gaan wonen en liet er zijn kleine Johannes rond zwerven:
“Johannes ging aan den weg zitten, tusschen de donkere heide met de miljoenen kleine purperen bloempjes (..) het was prettig zoo vrij te zijn en zoo alleen en vertrouwd, te huis in het open veld. liefst bleef hij buiten slapen, in het kreupelhout.”

Tijdgenoot Lodewijk van Deyssel was ook dit niet met Van Eeden eens. Volgens die mopperkont “.. is de bloeiende heide niet mooi, omdat dat violet op licht paarsch, een lelijke kleur is. De bruine heide, met hier en daar iets fel roods er tusschen, is mooi.”

Van Deyssel heeft de zomer van 2012 niet mee mogen maken, anders had hij onmiddellijk zijn mening moeten herzien.

Langs de bewegende grens

12 januari 2012

Lange Jaap

Daar staat ie dan, Lange Jaap, na 261 kilometers, dertien etappes, 3.625.000 stappen, drie uur te laat. Want drie uur eerder barstte midden in de kale Zandpolder een stortbui los die ons tot op onze ruggen kletsnat maakte. Geen enkele bescherming. Het lokkende kopje koffie op onze wandelkaart wordt buiten het seizoen niet geschonken. De bus rijdt dan ook niet en zelfs de taxichauffeur neemt in de wintermaanden zijn telefoon niet op. Er zit niets anders op dan, zompend in onze wandelschoenen, de laatste vijftien kilometers van het Hollands Kustpad af te leggen, als verkleumde drenkelingen, gestrand in het zicht van de haven. Na anderhalf uur doemt Lange Jaap op, de reddende reus aan het einde van onze wandeltocht. En verhip, de wind heeft ons alweer grotendeels droog geblazen.

(meer…)

Nazomeren in Soest

4 oktober 2011

Zondagmiddagverkeer in Soest

Er zijn ook vrienden, die niet mee wandelen met ons. Dat doen de meeste vrienden niet. Maar in Soest stuiten we op een ongekende variant. Daar is de route per fiets uitgezet en later door de wederhelft nauwgezet verkend. Er kan dus niets mis gaan, zeggen ze. Het geeft de wandeling een extra lading. Stel je voor dat we toch mis lopen, afdwalen van de route en de weg moeten vragen aan een toevallige dorpeling. Dat zou pijnlijk zijn want zoiets blijft natuurlijk niet langer dan twee à drie uur verborgen, voordat zo’n vuurtje gaat lopen door het hele dorp. Dus vertrekken we met ogen op steeltjes, de beschrijving in voortdurende aanslag, de gps op scherp.

Het valt gelukkig reuze mee. Het zonovergoten Soest ligt lui en verleidelijk uitgestrekt te spinnen in de nazomerse warmte. Nauwelijks lawaai, zonnige geluiden als op de zondagmiddagen van vroeger, uitsluitend huizen van tegen het miljoen en bijpassende auto’s. We hebben de camera in de aanslag, want het moet hier wemelen van de beroemdheden. André Bolhuys (hockey), Piet Ekel (acteur), Conny Vink, Peter Koelewijn en Herman van Veen (zangtalenten), Jan Zwartkruis (oud-voetbalcoach), Pompette (agrarisch columniste), Ria Bremer, Cees van Drongelen, Wilfred Genee en Koos Postema (tv-coryfeeën), maar geen van allen laat zich zien. (meer…)