Ruim tweeduizend foto’s in drie jaar
Gilles is drie jaar geworden. Dat is met gepaste vreugde gevierd. Opa en oma waren natuurlijk aanwezig om te zien hoe intens blij je kunt zijn op zo’n prille leeftijd. Het ene hoogtepunt volgde het andere op. Weer eenmaal thuis bekeken we de foto’s die ik had gemaakt van de jarige. Dat bleken er 38 te zijn.
Dat zette me aan het denken. Hoeveel foto’s zullen er tot nog toe zijn gemaakt van Gilles? Op zijn verjaardag fotografeerden ook zijn vader en moeder. De vader van Gilles houdt van fotograferen. Ook deze opa en oma knippen er lustig op los zodra Gilles bij ons thuis is. Ik schat daarom voorzichtig dat er paar maand zeker 60 à 70 foto’s van hem worden gemaakt. Dat betekent dus dat er van Gilles in zijn eerste drie jaren reeds een kleine 2500 foto’s zijn gemaakt.
Daarbij komen ook nog eens de 27 videobandjes, waaruit ik elf dvd’s met opnames van Gilles samenstelde. Om alleen al die dvd’s te bekijken heb je acht uren nodig.
Zal Gilles zich ooit die tijd gunnen? En mocht het ooit gebeuren, hoe zal hij naar zichzelf zitten kijken? Als naar een alien, iemand die hem totaal vreemd is en die geen enkele herinnering oproept? Ik ben inderdaad bang dat dat zo zal zijn. Ondanks die overstelpende hoeveelheid beeldmateriaal zal hij zich niets van zijn drie eerste, vreugdevolle levensjaren herinneren.
Ik herinner me ook niets, bijna niets uit mijn eerste drie jaren. Maar ik kan geen beroep doen op een omvangrijk beeldarchief. Toen ik drie jaar oud was, waren er welgeteld twee foto’s van mij genomen. De ene is de klassieke babyfoto waarop je zonder luier en een klein hemdje op een hoogpolig dekentje moet liggen. Mijn drie jaar oudere broer vergezelt mij – om de kosten te drukken. Zo kregen we twee portretten voor de prijs van één.
De ander is een familieportret ter gelegenheid van de 45-jarige bruiloft van mijn opa en oma. Ik zit op de arm van mijn vader.
De derde foto die van mij genomen werd, herinner ik mij wel. Dat deed een straatfotograaf, toen ik van school naar huis liep. Ik was toen zes jaar, de oorlog was voorbij en ik liep in kleren die we van het Amerikaanse Rode Kruis hadden gekregen.