Sprakeloos

‘Beste Roel’,

– eerbiedig knikje naar de kist, dan een knik naar de weduwe. Ik vouw mijn tekst open en vind me stompzinnig dat ik Roel heb gegroet, terwijl we hier juist bij elkaar zijn, omdat hij er niet meer is. Onder dat kleurrijke boeket en die houten deksel ligt een onherroepelijke dode. Die ik heel goed heb gekend, toen hij nog leefde –

‘Je stond me op te wachten toen ik, lang geleden de wonderlijke wereld van de televisie binnen stapte. Je had er zin in’.

– Ik moet stoppen met dat onzinnige ge-je. Hij is er niet meer. Hij is dood en het is mallotig om te doen alsof hij ligt mee te luisteren in die hermetisch afgesloten kist –

begraafplaats

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘Ik wist niks en Roel wist alles. Tenminste in mijn ogen. Ja, ik kon een complete krant maken, nieuwsberichten samenstellen, achtergronden schrijven, koppen maken, de voorpagina opmaken aan het zink en de krant precies op het allerlaatste moment laten zakken, maar wat heb je daar aan bij de televisie?’

– Niet alsmaar over jezelf praten, het gaat om Roel! –

‘Ik was aangetrokken voor de research voor een dramaserie over Wilhelmina, maar toen ik binnenstapte was dat project alweer afgeblazen en was het een ander onderwerp geworden. Roel zou die dramaserie gaan regisseren. ‘Daar gaan we iets heel groots van maken’, zei hij, terwijl zijn hoofd één glimlach werd. Zo was Roel: spontaan, consciëntieus. Maar ook onvoorspelbaar en onnavolgbaar’.

– Ik voel me erg onprettig met al die opgepoetste worden. Ik moet gewoon zeggen dat Roel een ontzettende kletsmajoor was, een eigenwijze doordouwer, een ijverige leermeester en een loyale bondgenoot. We deelden veel emoties en heel veel leed. We spraken heel veel en lachten nog meer. Hij verraste mij voortdurend met zijn eigenzinnigheid en zijn grenzeloze optimisme. Televisie maken is heel intens en heel emotioneel. Je bent vastgeklonken aan je project en aan je team. Het alledaagse bestaat even niet. En als het gedaan is, spat de hele club als een zeepbel alle kanten op –

– Zo ook zijn plotselinge vertrek naar ergens in het oosten, alsof een mens geen verleden heeft, geen eigen plekje op aarde. Hij trouwde er en loste er op, als nevel boven een akker. Goodbye Roel –

– Dan, ettelijke eeuwen later, een mailtje van Frouke, zijn vrouw. Roel is er beroerd aan toe, met spoed overgebracht naar het ziekenhuis in Hilversum, intensive care. Er is van alles mis. Ook is hij zijn spraakvermogen kwijt –

– Ik bezoek hem een paar keer. Zijn gezicht wordt dezelfde glimlach als veertig jaar geleden, alleen klotsen zijn ogen in wanhoop en fladderen zijn handen hulpeloos als een gewonde vogel in een kooi. Hij stoot klanken uit, die maar geen woorden willen worden. Zijn handen vallen aangeschoten neer op het ziekenhuisbed. Arme kerel. Ik praat en grap: Goh, Roel, dit is de eerste keer dat je me niet tegenspreekt! Hij gorgelt en zijn hand probeert nog weer wat.

– Ik wil vragen. Hoe ben je hier verzeild geraakt? Wat zeggen de doctoren? Wat doen ze met je? Waarom hebben ze je helemaal naar het Gooi gebracht? Alle antwoorden sterven prematuur in zijn mond. Ik lees voor: blogs van mij die hij wel interessant zal vinden. Hij ontspant. Zijn glimlach springt af en toe over zijn gezicht. Na een uurtje stap ik op. Tot ziens, beste, wanhopige Roel, ik kom nog wel eens langs.

– Het zijn de laatste keren dat ik hem spreek. Roel blijkt al jaren in Hilversum te wonen en na zijn attaque in het dichtst bijzijnde ziekenhuis te zijn opgenomen. Hij vindt het er verschrikkelijk en vlucht zo snel mogelijk naar huis. Daar knapt hij langzaam op, hoor ik later: op zijn begrafenis. Het bericht van zijn dood komt via een mailtje uit televisieland.

– Mijn toespraak hou ik mijn zak. Ik luister naar de loze woorden, waaronder doden worden bedolven en naar de muziek van een fluit. De zee ruist uit een mandje. Wat had Roel me willen zeggen de laatste keren, vraag ik me af. Maar Roel is dood en zal zijn mond nooit meer open doen. Jammer. Er was nog zoveel te praten.

Begraafplaats-2

 

Eén reactie op “Sprakeloos”

  1. Ella Weisbrod zegt:

    Mooi, Jelte, en ik weet natuurlijk over wie het gaat. Wat leren we hiervan? Elkaar vaker opzoeken? Méér praten over zaken die ons wezenlijk bezighouden? Ik houd me aanbevolen.

Laat een reactie achter

*
Om te voorkomen dat er veel nep reacties worden geplaatst is deze code verplicht
Anti-Spam Image