Ton Schultenplein 1

14 januari 2014

Tom Tom weet niet waar Oostmarsum ligt, maar het is geen straf om in dit deel van Overijssel zelf je weg te zoeken. Het einde van het jaar ligt als een gestikte lapjesdeken uitgespreid over de akkers en de velden. Rijtjes dunne bomen staan zwijgend te wachten op niets. Coulisselandschap. Ik zag het eerder dat jaar in Normandië, waar het de geallieerde opmars vertraagde en veel levens kostte. Hier kunnen ze geen kwaad, het krijgsgeweld passeerde als een man op een fiets.

Midwinterhoornblazer  van Kip-Ruiter

Midwinterhoornblazer van Kip-Ruiter

Het stadje blijkt Ootmarsum te heten, zonder s. Je bent hier in het oostelijkste deel van het land, dicht bij de Duitse grens, dus de naam Oostmarsum had niet misstaan. Bij Oot moet ik denken aan haver en zeker in deze donkere adventsdagen aan ootmoed: nederigheid. Z’offerden ootmoediglijk, mirr’, wierook ende goud. Hoe vaak heb ik dat oude kerstlied gezongen. Oot wordt er niet verbouwd, wel siepel, uien. En er is een erg on-nederig klooster, dat met zijn metershoge muren hooghartig heerst over huis en heem. Binnen is een expositie van kerststallen, die vooral laat zien hoe kolossaal het gebouw is. De eega koopt twee hoogglanzende engelen, eentje voor een euro, de ander voor twee. We laten het breed hangen als we een uitstapje maken.  (meer…)