De dode dichter

1 maart 2017

Mijn oude school bestaat 150 jaar en alle lichtingen zijn opgeroepen om het feest bij te wonen. Zodoende drommen en schuifelen we met een paar honderd man door een onbekend gebouw op zoek naar de kapstokken, de aula, de toiletten en bekijken we elkaar met verbazing. We zijn oud, herkennen elkaar nauwelijks meer en lezen elkaars naambadges zonder al te veel hoop. Waar moeten we heen? Waar is het feest?
‘Ha, eindelijk een naam die ik ken’, roept een reünist  opgelucht. Grijs haar, brede glimlach, slecht gebit,  verkeerd eindexamenjaar. De naam op zijn badge zegt me niets.
‘Kennen wij elkaar?’
‘Ja, Jelte, iedereen kent jou toch!’
Wat een flauwekul. Het is lang geleden dat mijn naam regelmatig op de televisie was en nog veel langer geleden dat ik in dagblad Trouw schreef.
‘Jelte. Jelte Rep’, dringt de reünist aan, ‘van de schoolkrant! Dat was je toch niet vergeten?’

De schoolkrant bestaat 10 jaar. Gekostumeerd trekken de leerlingen naar de feestzaal.

De schoolkrant bestaat 10 jaar. Gekostumeerd trekken de leerlingen naar de feestzaal.

(meer…)

Dood of niet?

30 juni 2015
KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Nu mijn beurt?

Bas belt me niet vaak, maar deze keer wel. Dat moet dus een speciale reden hebben en dat is ook zo.
‘Hoe gaat het met je’, vraagt hij
‘Waarom vraag je dat?’
Bas heeft gesproken met Jan-Willem en Johan, je weet we wel, ook van het lyceum.
Nee, die namen zeggen me niets. Ik ken wel een Willem-Jan en een John, maar geen Jan-Willem en ook geen Johan.
‘Wat hadden ze te vertellen?’
‘Dat je dood bent.’ (meer…)

Ik wil je niet

23 december 2014

Kijk hoe enthousiast we zijn. We lachen en kletsen, schudden handen en zoenen, slaan elkaar vrolijk op de rug en strooien complimenten. We vallen in elkaars armen als marathonlopers na  de finish. We bekijken onze minuscule fotootjes van toen met zoveel aandacht en verheerlijking als betreffen ze het kindeke Jezus in zijn kribbe. Ja, wat vinden we het leuk om elkaar weer te zien nu we grote mensen geworden zijn.

Vliegers oplaten en verder niets

Vliegers oplaten en verder niets

In 1960 deden we eindexamen en spatten we uiteen, alle kanten op, onze ambities en dromen achterna. Een toeval brengtt ons een halve eeuw later weer bijeen en sindsdien spuiten onze herinneringen onafgebroken omhoog als vurige lava. Tijd blijkt niet langer te bestaan. Jaren doen er niet meer toe. We zijn niet oud of jong meer. We zijn wie we zijn en poedelen in het borrelende warme bad van herinneringen, beelden, momenten.

Toch zou je bij mij enige afstand, enige reserve kunnen waarnemen. Ik zoek namelijk al sinds 1960 naar iemand, met wie ik een hartig woordje wil spreken. Achter wiens identiteit en motief wil komen. En hier ben ik dichter bij de onthulling dan ooit tevoren. (meer…)

Mijn oude leraar

31 juli 2012

Zou ik hem op straat herkend hebben? Natuurlijk. Dit is de man die het op zijn geweten heeft hoe mijn leven is verlopen, wat er van mij geworden is. Hem herken ik uit tienduizenden. Dezelfde zwarte wenkbrauwen, hooguit wat borsteliger. Dezelfde donkere ogen met de lachende zonnetjes erin. Dezelfde verwachtingsvolle blik.
‘Dag meneer Van Houts’, zeg ik.
Met beide handen schudt hij de mijne en zoekt in mijn gezicht naar de blonde jongenskop van vroeger en de bijbehorende naam.
‘Jelle’, glimlacht hij, ‘Jelle Rep.’
Zijn stem is wat zwakker. Niet meer de stem die Elsschot voorlas, en Lucebert, en Bordewijk. De stem die voor ons de schatkamers van de Nederlandse literatuur opende en ons enthousiast meesleepte door dat betoverende luilekkerland.
‘Zeg maar Jan.’
‘O nee’, protesteer ik. ‘Geen sprake van. Dat kan ik niet.’
De leraar, die mij de schoonheid en de kracht van taal heeft laten ervaren en die mij de magische spanning tussen pen en papier heeft laten voelen, is Meneer Van Houts. En niet Jan.

Meneer van Houts, mijn leraar Nederlands.

(meer…)

Wat vind ik op de heide? (1)

22 augustus 2009

Westerheide Hilversum
De Westerheide in bloei.

Wat vind ik op de heide? Mijn biologieleraar, dr. W. J. Prud’homme van Reine – kortweg Prutje – schreef destijds boekjes met dergelijke titels. Wat vind ik aan het strand? Wat vind ik in sloot en plas?  Wat vind ik in bos en duin? Wat vind ik in de duinen? Maar kennelijk was de heide hem te ver. Hij had betere dingen te doen dan zijn leerlingen vermoeien met plantjes die ver buiten de Zaanstreek lagen. Sinds 1938 werkte hij vastberaden op het Zaanlands Lyceum. ‘De geringe belangstelling in de Zaanstreek voor de natuur is werkelijk diep treurig’, verzuchtte hij eens, ‘maar ik ben wel van plan hierin verandering te brengen’. Zaankanters hadden niet veel op met de natuur. ‘Weer een boom staat ken je niet kaike”, zeiden ze.

De Gooise hei staat momenteel in volle bloei en kleurt paars zo ver je kan kijken. Maar als ik daar loop, ben ik toch meer bezig met de geschiedenis dan met de bloeiwijze en voorkomen van de Calluna vulgaris (struikheide). Prutje zou het begrijpen, ik was niet zijn beste leerling. (meer…)

Pughie

28 oktober 2008

Zaanlands Lyceum aan de Westzijde te Zaandam

Ik weet niet waarom hij me nooit eerder was opgevallen want opvallender vent dan die van top tot teen in zwart geklede knul met zijn zware bril, zijn priemende, spottende ogen, zijn steil achterover gekamde stekelige haar, de loeiende pukkels op zijn gezicht en zijn trage gang, had ik nog nooit opgemerkt. Een peterolieboer of gasopnemer zou je denken. Maar hij was een regelrechte sensatie. Hij bleek niet alleen alles te weten van Vestdijk, Claus, Nescio en al onze andere literaire goden, maar hij schreef zelf ook de krankzinnigste gedichten. Pughie.

Foto: Het Zaanlands Lyceum aan de Westzijde te Zaandam.

(meer…)