Ton Schultenplein 1
Tom Tom weet niet waar Oostmarsum ligt, maar het is geen straf om in dit deel van Overijssel zelf je weg te zoeken. Het einde van het jaar ligt als een gestikte lapjesdeken uitgespreid over de akkers en de velden. Rijtjes dunne bomen staan zwijgend te wachten op niets. Coulisselandschap. Ik zag het eerder dat jaar in Normandië, waar het de geallieerde opmars vertraagde en veel levens kostte. Hier kunnen ze geen kwaad, het krijgsgeweld passeerde als een man op een fiets.
Het stadje blijkt Ootmarsum te heten, zonder s. Je bent hier in het oostelijkste deel van het land, dicht bij de Duitse grens, dus de naam Oostmarsum had niet misstaan. Bij Oot moet ik denken aan haver en zeker in deze donkere adventsdagen aan ootmoed: nederigheid. Z’offerden ootmoediglijk, mirr’, wierook ende goud. Hoe vaak heb ik dat oude kerstlied gezongen. Oot wordt er niet verbouwd, wel siepel, uien. En er is een erg on-nederig klooster, dat met zijn metershoge muren hooghartig heerst over huis en heem. Binnen is een expositie van kerststallen, die vooral laat zien hoe kolossaal het gebouw is. De eega koopt twee hoogglanzende engelen, eentje voor een euro, de ander voor twee. We laten het breed hangen als we een uitstapje maken.
We slenteren door het nostalgische centrum. De industrialisatie is aan Ootmarsum voorbij gegaan. Kunst is het nu wat de klok slaat. Bijna alle 4500 inwoners hebben twee identieke kunstwerken in het raam staan. Is dat verplicht of zijn ze daar van overheidswege geplaatst? Ootmarsum afficheert zich graag als kunstzinnig centrum. ‘Het stadje van charme, cultuur en kunst’, zingt internet. De klinkersstraatjes wemelen van vriendelijke galeries en van vrolijke beelden.
De voornaamste reden om Ootmarsum te bezoeken is het Museum Ton Schulten, dat 10 miljoen euro heeft gekost, in april werd ingezegend door popi-priester Antoine Bodar en vervolgens officieel geopend door Ank Bijleveld, commissaris van de koningin. Het is gevestigd op het Ton Schultenplein 1. Ton Schulten is de schildervorst van Ootmarsum, pardon: van heel Twente. Het museum is zijn paleis. Het is prachtig en indrukwekkend, net als zijn werk. Het Twentse coulisselandschap heeft hem geïnspireerd tot kleurige, geometrische schilderijen, groots van formaat en van kracht. Hij bezit een tomeloze werk- en scheppingsdrang. Maar ootmoedig, nee dat is hij niet.
Boven, in de filmzaal, wordt verder gebouwd aan de Schulten-mythe. Videobeelden laten zien hoe Ton iedere dag om 12 uur ’s nachts zijn atelier opzoekt om er tot zonsopgang te werken. Dan een wandeling met zijn twee honden en vervolgens een ontbijt met zijn vrouw Ank. Verder op de dag is er ontspanning met een goede sigaar en een goed glas wijn en dan weer vroeg naar bed. Hij is een van de zes kinderen van bakker Schulten, die furore maakte met zijn krintenwegge (nog steeds te koop bij bakkerij Rien Schulten). Ton werkt eerst als reclameman maar wordt in 1989 fulltime kunstschilder. Twee jaar later beleven de Schultens en een bevriend echtpaar een auto-ongeluk op Tenerife. Drie gewonden en één dode. Ton ligt dagen in coma en ontwaakt als een nieuw mens. Hij heeft het licht en prachtige kleuren gezien en wordt de schilder van licht en harmonie. Het oude, verdwenen Twente is zijn inspiratiebron . Zijn werk ontroert busladingen bezoekers. Hij wordt een moderne Anton Pieck.
‘Ik denk bij menig schilderij van hem: is dit Ootmarsum of Jeruzalem?,’ dichtte de onsterfelijke Twentse poëet Willem Wilmink, ‘waarheen is het dat Schulten ons geleidt: ’t beloofde land of onze kindertijd?’
We hobbelen over de natte klinkers langs de galeries en merken dat het stadje een tempelcomplex voor de schilder is geworden. Het ene na het andere historische pand is eigendom van de Schultens en onderdak voor Tons kostbare schilderijen. Zijn vrouw Ank is de zakenvrouw en de grondlegger van dit succesrijke imperium. Door haar is het werk van Ton tot ver buiten de landsgrenzen bekend, bewonderd en begeerd. De dadendrang van het echtpaar legt het stel geen windeieren. Als ik een zwarte sportwagen bij een van de gerenoveerde huisjes zie glanzen, durf ik te opperen: ‘Vast de auto van Ton’.
Heel Ootmarsum deelt mee in de door de Schultens veroorzaakte feestvreugde. Overal zijn galerietjes en van overal komt volk hier de kunst opsnuiven. Als we over de natte Markt naar brasserie Rien Schulten lopen (een neef), zit daar op het terras zo’n artistieke toerist, zwierig gekleed met mantel en lange sjaal, onstuimige krullen, krant, cappuccino en grote sigaar. ‘Dat is ‘m!’, sist de eega.
Binnen, achter het glas, loeren we naar de grijze krullenkop. Het is hem echt. Joviaal groet hij een bekende. De zwarte sportwagen draait de Markt op, stopt bij het terras en laat het raampje zinken. Het is Ank. Zonder op te staan van hun zitplaatsen kletsen ze een paar minuten. Dan geeft Ank gas en rijdt tegen het verkeer in de Schiltstraat in. Wat maakt het uit, de halve stad is van haar. Kort daarna stapt Ton op en loopt richting zijn galerie Chez-Moi. Om de deur te openen, veronderstelt de eega, maar ik geloof niet dat een multimiljonair zich met zulk soort banaliteiten bezighoudt. ‘Hij gaat zijn honden uitlaten’, meen ik.
25 januari 2014 om 12:28
Maar het was een heel gezellig weekend en we genoten van de prachtige kleuren van zijn schilderijen! Ooit een jaar naar een prachtige kalender van Ton gekeken. Gekregen van onze vrienden, Henk en Jeannette.
20 juli 2014 om 23:51
Dag Jelte! Wat leuk om je na zo’n 45 jaar (Trouw,Ferry Versteegh, Harm Lammers, Michael Stein en al die andere fantastische mensen hier tegen te komen! Een paar dagen geleden was Joop Holthausen hier nog te eten.
Over je opvattingen met betrekking tot Ton Schulten kan ik het maar zeer ten dele met je eens zijn. Wat een ‘schmierder’, commerciële gladderik! Maar goed moet het mag allemaal. Jammer dat zovelen geloven dat hij een kunstenaar is.
In elk geval een hartelijke groet van Frank Tiesing