Wandelen met de doden

Ik ben er niet. Op 4 mei. En ook niet op 5 mei. Ik ben er nooit die dagen, maar dat is niet om principiële redenen. Ik wandel dan namelijk altijd, samen met mijn broer Martin. Dat doen we al jaren: vier dagen op stap, rugzak om, de paden op, de heuvels over en ’s avonds neerstrijken bij een hotelletje, in de hoop op een goed bed en een goede maaltijd.
Ik ben er dus wel, maar niet bij monumenten of historische plekken om bloemen te leggen, in twee minuten gedachten op te laten en het ongemak van plechtige stilte te ervaren.
Alhoewel.

foto: De Vredespoel.



Op het slagveld van Tyne Cot.

We staan vaak stil bij monumenten en historische plekken. België is vergeven van dat soort plekken. Iedere militaire begraafplaats doen wij aan om te zien wie er nu weer waarvoor is gestorven, hen daarvoor te danken en dankbaar te zijn dat het niet de namen van onze familieleden zijn, die daar werden gebeiteld. Op die begraafplaatsen heerst meestal een pijnlijke rust, een beschaamd zwijgen. Zijn het helden, die daar liggen? Of kerels, jongemannen, jongetjes, die er alles voor over zouden hebben om niet te sneuvelen, voor altijd en onherroepelijk neer te ploffen in de sompige armen van moeder aarde.
We volgen momenteel de GR 128. Van Kemmel naar Aalst. De eerste vijftig kilometer zijn bezaaid met doden. Na acht kilometer pauzeren we bij een vredige poel. Twee jongetjes zijn er aan het vissen zijn. De Vredesvijver, vermeldt het bord. Het is een krater. Tijdens de Eerste Wereldoorlog – de Grote Oorlog – groeven de Britse soldaten in deze omgeving 21 mijngangen onder de Duitse stellingen, propten ze vol met duizenden kilo’s springstof en brachten de zaak tot ontploffing. Het lieflijke heuvellandschap veranderde in een angstaanjagend maanlandschap. Er ontstond een krater van 125 meter doorsnee en 12 meter diep, nu gevuld met vriendelijk spiegelend water en trage vissen. Op de uitgestrekte begraafplaatsen in de omgeving staan de zerken keurig in gelid.


De begraafplaats van Tyne Cot.

Op de GR 128 struikelen we over de doden en we beginnen steeds beter te begrijpen waarom dit de Grote Oorlog werd genoemd. Zoveel doden, zoveel namen, zoveel verdriet, zoveel waanzin, zoveel bloed.
Adolf Hitler was één van de soldaten hier, maar juist voor hem is er geen zerk. Helaas.
We zijn inmiddels Ieper voorbij. En Passendale. Hill 60. Tyne Cot. Zonnebeke. Moorslede. Ze liggen achter ons, maar de namen blijven ons bij.
Ik ben dus ook niet bij het Englandspielmonument in Den Haag als de schooljeugd en anderen daar bloemen leggen. Maar ook de namen van die slachtoffers blijven mij bij. De meesten van hen stierven een vreselijke dood tijdens de oorlog. Een handjevol overleefde. Je moest ze niet rond de meidagen zien te spreken. Dan waren ze er doorgaans niet, bang om opnieuw gewond en gepijnigd te worden door alle opgerakelde herinneringen en hardnekkig onbegrip. Het Englandspielmonument, dat na de televisieserie werd opgericht, gaf hen (late) erkenning en een reden om niet te onder te duiken in de meidagen. En zo lang ze konden waren ze erbij. Als twee minuten stilte neerdaalden op het beeld en het parklandschap erachter. Icarus stort neer op aarde, zoals de geheime agenten neerstorten, opgewacht door de Duitsers.


Het monument voor de slachtoffers van
het Englandspiel in Den Haag.

Ik ben dus ook niet een dag later bij de presentatie van de biografie over Peter Tazelaar, minstens 25 jaar te laat, maar niettemin vreugdevol, niet alleen omdat die biografie er dan eindelijk is, maar ook omdat die er gekomen is door twee jonge kerels, die het een schande vonden dat prof. Fasseur Tazelaar een Leidse student had genoemd, terwijl hij (vooral) een zeeman was, die qua statuur niet onderdeed voor mannen als Hazelhof Roelfzema, wèl een Leidse student. Ik had het voorrecht hun manuscript in diverse stadia te mogen lezen en was onder de indruk van hun jaloersmakende feitenkennis en hun onuitputtelijk enthousiasme en gedrevenheid.
Victor en Soon, ik wens jullie alle succes toe met ‘De Grote Tazelaar’. Jullie hebben voltooid wat ik niet kon, waar Peter recht op heeft. Met historici als jullie kan ik onbezorgd verder wandelen. Jullie hebben mij niet nodig.

Laat een reactie achter

*
Om te voorkomen dat er veel nep reacties worden geplaatst is deze code verplicht
Anti-Spam Image