Catastrofe in Echtenerbrug

10 mei 2012

In het gebied tussen het Tjeukemeer en de Tjonger liggen de wortels van de familie aan moederskant. De paar druppels Fries bloed in ons gaan brûze en siede –als in het Friese volkslied- , zodra dit prachtige stukje Friesland in beeld komt. Aan die verheerlijking van dit paradijselijke oord is een einde gekomen  toen er onlangs een sissende slang opdook: in het huisje van onze pake in Echtenerbrug had zonder dat we het wisten een oud-SS’er gewoond.

Echtenerbrug aan de rand van het Tjeukemeer.

Maar al eerder was het gedaan met mijn adoratie voor Echtenerbrug, want het speelde een kwalijke rol in de oorlogsjaren. Misschien had ik daar mijn ogen voor kunnen sluiten, ware het niet dat ik er door mijn werk mee te maken kreeg. In opdracht van de NCRV-televisie deed ik research naar het Englandspiel, een spionageaffaire die heel veel schade heeft aangericht. In Echtenerbrug  is Sturmbannführer Joseph Schreieder zijn carrière als spionnenvanger begonnen en werd het leven van verzetsman Hans Hers gebroken. Beide mannen heb ik zeer uitvoerig gesproken en leren kennen. En uit de verklaringen van beide mannen is mij gebleken dat het Englandspiel nooit zo’n catastrofe zou zijn geworden als Echtenerbrug niet zo’n verraderlijke rol had gespeeld.

Lees meer »

Een spin op de trap

6 april 2012

En dan dat verrukkelijker kontje!

Avondritueel. Ik doe de lampen uit, de deuren op slot en beklim de trap omhoog, naar de slaapkamer. Zij ligt al in bed, slaapt waarschijnlijk al door het oneindige gekissebis van Pauw en Witteman. Ik doe het zachtjes want een krakende traptrede kan haar al wakker maken. Dan zie ik een bolletje op het tapijt van de trap. Wat aarde? Een pluisje wol? Nee, het is een spin. Spinnetje, moet ik zeggen, niet meer dan een centimeter groot. Ik trek de slipper van mijn voet en leg zorgvuldig aan voor de fatale klap. Zij die daar boven slaapt is als de dood voor spinnen, wordt al hysterisch als ze er één ziet, laat staan bij de gedachte dat zo’n beestje met z’n enge poten over haar blote huid loopt, op weg naar ik weet niet waar. Om haar heb ik er al zoveel doodgeslagen dat het  routine is geworden. Grote exemplaren pak en plet ik met een papieren tissue, kleinere vermorzel  ik met de hand. In ons huis geen spinnen.

Ik sta te trillen op mijn poten, ben gespannen als een speer. Zij zit in haar web en doet alsof ze mij niet ziet, niet interesseert, maar ik weet wel beter. Sinds onze ogen elkaar kort kruisten, kan ik haar niet vergeten, wat ik ook probeer. Ze is betoverend. Ze staat prachtig hoog op haar lange poten, alle acht even rank en mooi behaard. Haar ogen glanzen als druppels vocht. En dan haar achterlijf, kort, rond, strak en verrukkelijk. Ze maakt iedere dag de mooiste webben, strak en delicaat als het mooiste kant. Mijn pedipalp staat op uitbarsten. Ik heb mijn web verlaten en ga, nee moet haar bespringen. Nu.

Nee, nog niet. Ik moet het rustig aan doen, hitsige gek die ik ben. Als ik vast kom te zitten in haar web, ben ik reddeloos verloren. Ze spuit me plat, maakt pap van me en zuigt me leeg met dat zoete mondje van haar. Nee, nee, ik moet me beheersen, zachtjes haar web wiegen, ritmisch tokkelen op haar snaren, haar geduldig verleiden tot ik haar mag beklimmen en in haar leeg mag kolken. Na die verrukking mag ze alles met me doen. Opeten zelfs. Het kan me niet schelen, als ik haar maar een paar kostelijke minuten mag bezitten en betoveren.

Nu moet ik op haar af, onbevreesd, waardig, ingetogen, alsof het mij niet interesseert. Mijn bloed giert door mijn lijf, stuwt van achteren naar voren. Mijn bulbus staat op springen. Ik ben bang dat ik voortijdig ontplof. Ik houd even halt.

Zwap! Iets groots en zwart suist op mij af. De dreun komt vlak naast mij meer. Instinctief weet ik wat het is: de dood. Ik schiet weg, zo plat als ik kan, langs de rand van het tapijt. Ik weet dat dit het onherroepelijke einde is. Maar er is geen film waarin mijn leven voorbij flitst. Er is maar één beeld: zij met schrikogen in haar web. Dan opnieuw een grote, zwarte dreun. Ik trek al mijn poten in, maar het is raak dit keer. Ik kraak maar voel niks. Ik ben verdoofd door angst. Het laatste wat ik zie is haar heerlijke kontje, terwijl zij wegvlucht uit haar web.

Met mijn vingers veeg ik het donkere bolletje de traptrede af, bang voor een vlek op het tapijt. Het komt terecht op de plavuizen van de gang. Voor de zekerheid plet ik het met mijn slipper en raap het restant op. Er blijft een klein vochtplekje achter op de vloer. Met een wc-papiertje haal ik het weg en loop naar boven, naar de slaapkamer. Zij slaapt al als ik me zachtjes naast haar vlij. Toch vraagt ze van ver weg: Wat deed je?
Niks hoor, schatje. Ga maar lekker slapen, fluister ik geruststellend.

Help! Een SS’er in huis!

3 maart 2012

Het kettinghuis aan de Pier Christiaansloot.

Eén voetstap kan een lawine veroorzaken, één e-mail een familiereünie. De e-mail komt uit Delfstrahuizen (Dolsterhuzen),  een Fries dorp gelegen op door de familie uitgeroepen Heilige Grond. In het gebied tussen Oosterzee – Gietersevaart en Echtenerbrug zijn de liefdesbanden gesmeed die tot ons bestaan hebben geleid. De paar druppels Fries bloed die we nog  in ons hebben gaan onmiddellijk brûze en siede en bûnzje troch ús iere, zodra we die contreien betreden. Dat doen we overigens niet al te vaak. De laatste pelgrimage dateert uit 1994.

Lees meer »

Langs de bewegende grens

12 januari 2012

Lange Jaap

Daar staat ie dan, Lange Jaap, na 261 kilometers, dertien etappes, 3.625.000 stappen, drie uur te laat. Want drie uur eerder barstte midden in de kale Zandpolder een stortbui los die ons tot op onze ruggen kletsnat maakte. Geen enkele bescherming. Het lokkende kopje koffie op onze wandelkaart wordt buiten het seizoen niet geschonken. De bus rijdt dan ook niet en zelfs de taxichauffeur neemt in de wintermaanden zijn telefoon niet op. Er zit niets anders op dan, zompend in onze wandelschoenen, de laatste vijftien kilometers van het Hollands Kustpad af te leggen, als verkleumde drenkelingen, gestrand in het zicht van de haven. Na anderhalf uur doemt Lange Jaap op, de reddende reus aan het einde van onze wandeltocht. En verhip, de wind heeft ons alweer grotendeels droog geblazen.

Lees meer »

Het huis aan de overkant

16 november 2011

Nu de bladeren gevallen zijn, staat het daar weer, groot en zwijgend: het huis aan de overkant. Het heeft een tijdje leeggestaan totdat er een jong stel was dat wonen in een prettige buurt op waarde wist te schatten en te financieren. Veel verschil maakt het niet. Er zijn bouwvakkers geweest, die de noodzakelijke verbouwingen hebben uitgevoerd. Nieuwe keuken, nieuwe badkamer, centrale verwarming, uitgebroken woonkamer. De voortuin is plat gewalst tot een strak rechthoekig gazon zonder frivoliteiten als planten en struiken, het tuinpad loopt er kaarsrecht langs. Er is een hoge haag geplant, die het huis moet afschermen van de prettige buurt, waarin het staat. Het genoegelijke gezinsleven speelt zich geheel binnenshuis af. Het huis houdt zich stil. Alleen in het weekeinde ratelt kortstondig de grasmachine, waarna de voordeur zich weer hermetisch sluit.

Iederjaar geurt de akelei in de tuin.

Lees meer »

Nazomeren in Soest

4 oktober 2011

Zondagmiddagverkeer in Soest

Er zijn ook vrienden, die niet mee wandelen met ons. Dat doen de meeste vrienden niet. Maar in Soest stuiten we op een ongekende variant. Daar is de route per fiets uitgezet en later door de wederhelft nauwgezet verkend. Er kan dus niets mis gaan, zeggen ze. Het geeft de wandeling een extra lading. Stel je voor dat we toch mis lopen, afdwalen van de route en de weg moeten vragen aan een toevallige dorpeling. Dat zou pijnlijk zijn want zoiets blijft natuurlijk niet langer dan twee à drie uur verborgen, voordat zo’n vuurtje gaat lopen door het hele dorp. Dus vertrekken we met ogen op steeltjes, de beschrijving in voortdurende aanslag, de gps op scherp.

Het valt gelukkig reuze mee. Het zonovergoten Soest ligt lui en verleidelijk uitgestrekt te spinnen in de nazomerse warmte. Nauwelijks lawaai, zonnige geluiden als op de zondagmiddagen van vroeger, uitsluitend huizen van tegen het miljoen en bijpassende auto’s. We hebben de camera in de aanslag, want het moet hier wemelen van de beroemdheden. André Bolhuys (hockey), Piet Ekel (acteur), Conny Vink, Peter Koelewijn en Herman van Veen (zangtalenten), Jan Zwartkruis (oud-voetbalcoach), Pompette (agrarisch columniste), Ria Bremer, Cees van Drongelen, Wilfred Genee en Koos Postema (tv-coryfeeën), maar geen van allen laat zich zien. Lees meer »

Dolen door Delfshaven

20 september 2011

Delfshaven: nog nooit geweest.

Bij bijzondere gebeurtenissen krijg je bijzondere geschenken. Ook wij. De familie en de vrienden schonken ons een dik boek vol wandelroutes, die zij voor ons hadden uitgekozen en soms zelfs hadden bedacht. Aangezien onze familie- en vriendenkring omvangrijk is kregen wij circa 600 wandelkilometers voor de kiezen. Daarvan hebben we er inmiddels zo’n 90 km achter de rug. Soms wandelen we getweeën, soms zijn er meelopers, soms worden we op het eindpunt opgewacht, maar soms ook worden we gegidst, zoals deze keer in Delfshaven. Daar zijn we in ons hele leven nog nooit geweest. Goede vriend Bram wel, die is er geboren en getogen.

Lees meer »

Een diabeet op vakantie

14 juli 2011

Vakantie is een recht dat ooit door vakbonden werd ontfutseld aan hardvochtige bazen, die hun arbeiders het liefst dag en nacht wilden laten werken. Het is dus een dure plicht om van dat recht gebruik te maken, ook al ben je diabeet. Al ver voor hun vakantie begint, worden diabeten gewaarschuwd voor de gevaren van zon, vliegen, relaxen, ander voedsel, warmte en noem maar op.

pleister

Ik moet het zonder insulinepomp stellen

Lees meer »

Scrabbelend door de kortste nacht

26 juni 2011
We kennen alletwee het antwoord dondersgoed. Het ene jaar spelen we het bij hem, het andere jaar bij mij. Al sinds 1976 brengen wij de kortste nacht van het jaar scrabbelend door, van zonsondergang (ca. 22:00 uur) tot zonsopgang (tegen 05:00 uur). En iedere keer verkneukelen we ons al weken tevoren en treffen we geruisloos onze voorbereidingen, want het mag ons die nacht – ook al is ze kort – aan niets ontbreken. Rode wijn, Franse kaasjes, Schotse whisky, Hollandse haring en lekkere lazy music.
En het wordt helemaal geweldig als de nacht ons welgezind is en we buiten bij lamplicht onder een parasol mogen spelen met om ons heen onbestemde nachtgeluiden, een plotselinge eruptie van kattengeblaas en een verre auto, die een lang spoor van geluid achter zich aan sleept. Tegen vieren – als de einder begint te gloren – klimt de merel op zijn hoge tak en begint zijn jubelend lied.
In het beginjaren van onze tweekamp pakten we dan de fietsen om te zien hoe de prille zomer ontwaakt. Nu sluipen we met een zachte grijns naar bed en worden niet wakker voor de zon naar zijn hoogste punt is geklommen. De dagen daarna hebben we het weer druk met het verslag van onze scrabblenacht, want onze fans willen natuurlijk weten wie er dit keer heeft gewonnen, hoewel voor ons het voortzetten van de traditie belangrijker is dan het winnen.
Dit jaar speelden we onze 47-ste partij – binnen, want het was helaas te koud buiten. In het begin van onze reeks speelden we twee partijen in een nacht. In 1999 zijn we overgestapt op duplicaat-scrabble. We hebben alle twee dezelfde letters op ons plankje staan en we pijnigen onze hersens om de hoogste score te vinden. We kennen geen tijdslimieten en raadplegen vrijelijk en schaamteloos de officiële Scrabble-woordenlijst. We leggen vaak woorden aan waarvan we het bestaan en de betekenis niet kennen. We strijden voor ieder puntje, want alle uitslagen tellen mee voor onze statistieken.
Wim won dik. Ik zag de scrabble over het hoofd in A-B-L-O-O-S-S* en dat kostte me 50 punten. Mijn gemiddelde over 47 partijen is nu 498 punten en dat van Wim 496. Nu al kijken we verlangend uit naar juni 2012 om wat aan die cijfers te kunenn doen.
*Wim maakte met die letters BASSOLO

De lente lacht in de tuinen en in de bomen. De wolken worden steed witter en wonderlijker. De vogels worden het zingen niet moe en de dagen weten van geen ophouden. Dit is het jaarlijkse moment dat Wim, van een paar huizen verderop, komt aanlopen met de geheel overbodige vraag: ‘Bij wie is het dit jaar?

We kennen alletwee het antwoord dondersgoed. Het ene jaar spelen we het bij hem, het andere jaar bij mij. Al sinds 1976 brengen wij de kortste nacht van het jaar scrabbelend door, van zonsondergang (ca. 22:00 uur) tot zonsopgang (tegen 05:00 uur). En iedere keer verkneukelen we ons al weken tevoren en treffen we geruisloos onze voorbereidingen, want het mag ons die nacht – ook al is ze kort – aan niets ontbreken. ‘Chileense wijn, Franse kaasjes, Schotse whisky, Hollandse haring en lekkere lazy music.

In 2010 scrabbelden we heerlijk buiten onder de parasol.

In 2010 scrabbelden we heerlijk buiten.

Lees meer »

Lübeck – wat was dat ook weer?

25 februari 2011
De Holstentor van Lübeck

De Holstentor van Lübeck

Lübeck. De naam kennen we – maar waarvan ook alweer? -, de stad niet. We gaan er een paar dagen heen. Lübeck blijkt achter Hamburg te liggen, op korte afstand van de Oostzee. Over de fameuze Autobahn is het een rit van niets; vlak land en naarmate je nadert steeds meer zilte lucht en twinkelend licht. En dan staan we voor de Holstentor van de Altstadt, fonkelend als een rode robijn.

Op de kaart ziet de binnenstad eruit als een feutus, omgeven door het vruchtwater van de Trave. Het is er even warm en knus als in de moederschoot.  En net als daar is de hoofdkleur rood.  De oude huizen en pakhuizen, de Dom en (bijna) alle kerken zijn gebouwd van rode baksteen. Baksteengotiek is de naam. Kalk- en zandsteen waren hier niet voorradig, leem daarentegen des te meer. Daarmee zijn indrukwekkende  kathedralen gebouwd, niet zo sierlijk  en krullerig als in Frankrijk, maar juist stoer en onverzettelijk, met scherpe torens, bekleed met groen uitgeslagen koper.

Lees meer »