Groots aanwezig: rederij Doeksen
Voor een piraat ziet hij er vriendelijk uit, maar zijn gebaren dulden geen tegenspraak. Met gedecideerde bewegingen dirigeert hij de auto tot op tien centimeter van mijn voorganger. Het is woekeren met de ruimte op het smalle bruggenhoofd waarop de EVT in Harlingen wordt gedoogd. Ik waag de oversteek naar Terschelling met de brutale prijsvechter.
Links van het oude raadhuis heerst rederij Doeksen oppermachtig over de haven. Het complex en de veerponten overweldigen het uitzicht. Rechts is alleen een slagboom. Geen pont te zien.
Die wordt zo opgehaald, legt het piratenknechtje uit. Hij heeft een zelfde oranje jack met een zelfde maat. Bij hem glijdt het bijna van zijn schouders. Ik heb mijn e-ticket in de aanslag maar hij wil alleen maar mijn naam weten.
In orde, zegt hij vriendelijk zonder zijn lijst te raadplegen en geeft me het prettige gevoel een langverwachte gast te zijn op de pont. Ik tel negen auto’s, ruim een half uur voor vertrek. Wel zwelt het aantal voetgangers aan. In de luwte van het oude raadhuis huppelen ze op hun sportschoenen en trappelen op hun benen.
Doet u ook mee aan de Berenloop, informeert de piratenknecht als hij weer eens langs patrouilleert. Ik ben niet het type voor hele en halve marathons en zeker niet bij kil najaarsweer en op mulle stranden. Ik kom voor de rust en de ruimte.
De Spathoek
Na het weekend is het er weer rustig, belooft de EVT-werknemer. Onderwijl wordt de Spathoek de haven binnen getrokken, het piratenschip dat ons naar Terschelling zal brengen. Het motorschip staat geregistreerd als zeeschip, maar oogt armoediger dan de trotse binnenvaartboten van Doeksen met hun knuffelige zeehondenlogo. Het rood-blauw waarmee de Spathoek beschilderd is maakt het niet vrolijker. Het schip lijkt gebukt te gaan onder de onafwendbare nederlaag in de slopende oorlog tussen de twee rederijen. Het kende vrolijkere tijden. Tot 2011 pendelde het als Sleswig-Holstein over de Duitse Waddenzee op de lijn Föhr, Amrum en Dagebüll, tot het in 2011 door de EVT werd opgekocht en naar Terschelling werd gesleept. Voortaan kon de EVT per keer 970 passagiers en 55 auto’s overzetten.
West-Terschelling
Er heerst een opgewekte stemming aan het front. De EVT-mannen, die de auto langs de slagboom aan boord loodsen, zijn vriendelijk, vrolijk en attent. Geen doffe, mechanische gebaren als bij de concurrent. De ruime salon op het bovendek vult zich snel met sportievelingen en andere passagiers. Er is ruimte voor 470 man. Een bediende vraagt wat we willen eten. We hoeven niet in een rij te staan. De bestelling wordt gebracht: een knapperig broodje met tonijnsalade en een glas droge witte wijn. Misschien bestel ik daarna nog wel een espresso met een juttersbitter ernaast. De overtocht duurt tenslotte twee uur en ik heb me niet ingeschreven voor de Berenloop.
Links: zeehonden!
Terwijl de Spathoek over het weidse wad ploegt, bewonder ik het schouwspel door het raam. Er staan roestsporen in de sponning. Hm. Door de speakers meldt de brug dat er links van ons zeehonden op een zandbank liggen. Daar heeft Doeksen nog nooit aandacht voor gevraagd. Onwerkelijk dat in zo’n vredige omgeving een venijnige veerpontenoorlog woedt. Waar gaat het eigenlijk om?
Om het monopolie van rederij Doeksen en de daarmee gepaard gaande arrogantie. Uit onvrede daarover richtten Terschellingers in 2005 met geleend geld hun EVT op, de Eigen Veerdienst Terschelling, en drie jaar later hadden ze een eigen veerpont en een geregelde veerdienst op Harlingen. David contra Goliath, maar nu op zee. Doeksen is groot, de EVT klein,. Doeksen heeft zes schepen, de EVT maar één. Doeksen heeft twee terminals, de EVT geen. En alleen omdat de oprijbruggen in de twee havens niet van Doeksen zijn, maar van het Rijk, kan de EVT pendelen over het Wad.
Doeksen zegt het alleenrecht te hebben op die veerdienst. De EVT bestrijdt dat en gaat met de prijzen stunten en blijft in de vaart. Dat gaat pijn doen bij Doeksen. De rederij kruipt in de slachtofferrol en laat weten de (onrendabele) winterdienstregeling te moeten inkrimpen en personeel te ontslaan om uit de rode cijfers te komen.
Het dreigement werkt. De eilandbewoners schrikken hevig. De veerdienst is de navelstreng van Terschelling. Hoe moet dat met de aanvoer van toeristen, goederen, medicijnen en met de schoolgaande kinderen? Er vallen grote woorden als ‘grote onrust’ en ‘maatschappelijke ontwrichting’ en de oorlog slaat over naar Den Haag. De staatssecretaris wordt tot ingrijpen gedwongen. Hoewel ze het schrappen in de dienstregeling ‘onacceptabel’ vindt, wordt de EVT de zondebok. Per 1 februari 2014 moet de piraat stoppen. Veertig man personeel komt dan op straat te staan.
- Prachtige luchten
Op het eiland is geen spoor van onrust. Ook niet als de Berenloop niet door gaat vanwege het slechte weer. De sportievelingen rennen die zondag in alle richtingen over het eiland, als opgejaagde scharrelkippen. Maar daarna dalen ruimte en rust weer neer en vliegen de dagen voorbij, aangewakkerd door de harde stormwind en de felle windstoten. Het firmament vertoont dagelijks een wervelende show van dansende wolken en grandioze lichteffecten. Te snel naar mijn zin moet ik op zoek naar de plek waar de EVT mag aanleggen. Dat blijkt de uiterste zijkant van de haven te zijn.
Doeksen en de EVT samen op het Wad
Het is er aanzienlijk rustiger dan op de heenreis. De EVT heeft daarom de bediening ingekrompen. Het is maar goed dat de overtocht ruim twee uur duurt, want pas halverwege de reis wordt de bestelde tonijnsalade geserveerd. Maar ik moet niet zeuren. Ik bespaar ruim 40 euro door met de EVT te reizen. Bovendien bevallen de vertrektijden me beter en vind ik het personeel opgewekt en vriendelijk. De tafel naast mij klaagt luidkeels, want daar komen de gerechten pas als Harlingen al in de verte opdoemt. Zijn jullie nu al gestopt, wordt er gesneerd.
O nee, protesteert de vermoeide bediende, de EVT blijft varen.
Hij trekt een opgewekte glimlach maar voegt er toch aan toe: Daar is de directie heilig van overtuigd.
Als de auto’s weer het vasteland oprijden en de frontlinie verlaten, zwaaien de EVT-mannen ons vriendelijk uit.
Tot ziens, roept de vrolijke piraat.
Ik hoop het van harte.
|
28 november 2013 om 14:47
We hebben genoten op het eiland. Het maakt niet uit, wie ons vaart! We wachten maar af.
12 oktober 2014 om 18:41
Geachte Jelte Rep,
Al sinds jaren zoek ik wat heet ‘contact’ met u. Als specialist van onder meer het Englandspiel.
Dat contact mocht niet lukken. Nu tracht ik dat via deze weg.
Uw gevoelige en ’treffend’ gevonden woorden (publiekelijk) gericht) aan uw duifje, lijken mij (neemt me niet kwalijk het zo boud te zeggen) te getuigen van een ietwat te sterke zelfverzekering.
Dat was ook in het Englandspiel het geval met Wilhemina.
Wilt u met mij daarover van gedachten wisselen?
Ontvangt mijn vriendelijke groet, Charles Destrée (1926).
16 oktober 2014 om 10:00
Geachte meneer Destrée,
Van gedachten wisselen kan natuurlijk altijd, maar een specialist over het Englandspiel ben ik niet echt. Ik heb er destijds een documentaire serie over gemaakt en een boek geschreven. En het door u genoemde duifje is niet mijn duifje maar van iemand, die steeds meer wil inpikken.
Benieuwd naar uw reactie.