De namen keren terug
Zondagochtendvroeg in de grote stad. Zonlicht spettert tegen de gele bakstenen gevels. Maar de straten houden zich nog slapend. Geluiden zijn er nog niet. Een kat steekt over op zachte sokken.
Ik ben veel te vroeg. Er was nauwelijks verkeer op de weg en er zijn parkeerplaatsen te over. Ik bekijk huis nummer 6. Niets bijzonders te zien. Ik had losse stoeptegels verwacht, afgezet met rood-wit plastic lint. Het enige wat er staat is hoog opgeschoten onkruid. Ben ik op het goede adres?
Een witte werkwagen van Stadsdeel Zuid parkeert stilletjes honderd meter verderop en vervalt in onbestemd wachten. Achterop een laadbak en een grijper. De man en de vrouw in de cabine blijven gelaten zitten. ‘Komt u voor de plechtigheid?’, informeert de vrouw als ik langs loop, ‘ik zag u al rondkijken.’ Gelukkig, ik ben op het goede adres. Ze houden een oogje in het zeil, legt ze uit. Soms maken bewoners bezwaren.
Ik maak een ommetje. Lange ruime straten, hoge aaneengesloten huizen, fraai metselwerk hier en daar. Onmiskenbaar gebouwd in de jaren twintig van de vorige eeuw, een mengeling van Amsterdamse School en Nieuwe Zakelijkheid. Kozijnen rotten of zijn verdrongen door kunststof, maar gebleven zijn de allure en het optimisme van uitbreidingsplan Zuid: een nieuwe, frisse buurt voor arbeiders, middenstanders en welgestelden. Mooi wonen maar toch veel leegstand. Het is crisis en de huren liggen tussen de 11 en 20 gulden per week; onbetaalbaar dus.
Als de crisis vermindert wordt de Rivierenbuurt populair. Met name veel mensen uit de oude jodenbuurt trekken naar dit nieuwe stadsdeel. Het is er prettig wonen, maar ze missen de vertrouwde sfeer van hun oude buurt. ‘Niet in ballingschap, maar ook niet thuis’, vinden ze. Na 1933 komen er heel veel joodse vluchtelingen uit Duitsland bij. ‘Getto Zuid’ wordt de Rivierenbuurt dan wel genoemd. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog woont er 40 procent van de Amsterdamse joden, rond de 17.000 zielen. 13.000 van hen overleeft de oorlog niet.
De joodse bewoners worden afgesloten, opgesloten en afgevoerd. De markt in de Gaaspstraat wordt “Alleen Voor Joden”. Op 20 juni 1943 wordt de hele buurt afgegrendeld. Geen ariër mag de straat op. Alle joden, die er nog zijn, worden opgepakt en via station Muiderpoort afgevoerd naar Westerbork. En verder.
‘U bent de oom van Paul?’ Familieleden staan te wachten op het trottoir aan de overkant. ‘En van Esther’, beaam ik. ‘Fijn dat ik er bij mag zijn.’ Nou ja, fijn? Ik krijg een keppel aangereikt omdat een gebed zal worden gezegd. Dan stopt een rood busje met een Duits nummerbord. Gunter Demnig, zijn assistente en een coördinator stappen uit. Demnig pakt meteen zijn spullen. Hij is de kunstenaar die Stolpersteine, struikelstenen plaatst voor de woonhuizen van vermoorde joden in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Nederland. Het zijn er inmiddels al meer dan 40.000. Dit weekeinde komen er in Amsterdam 33 bij.
De stenen meten 10 bij 10 cm en dragen een messing plaatje met de naam van de bewoner, die door de nazi’s is weggevoerd en vermoord. De man van het stadsdeel haast zich met zijn schop naar het drietal. Hij wijst een stoeptegel aan, twee meter van het huis, krijgt een instemmende knik van Demnig en wrikt dan de tegel eruit. Niemand zegt een woord. Demnig gaat aan de slag, wroet zand eruit. Vijf struikelstenen schitteren in de uitbundige zon.
Hier woonde Isaac Menist – geb. 1870
gedeporteerd uit Westerbork – vermoord 2-7-1943 Sobibor
Hier woonde Rachel Menist-Ludel – geb. 1875
gedeporteerd uit Westerbork – vermoord 2-7-1943 Sobibor
Hier woonde Philip Menist – geb. 1911
gedeporteerd uit Westerbork – vermoord 9-7-1943 Sobibor
Hier woonde Suze Menist – geb. 1913
gedeporteerd uit Westerbork – vermoord 17-9-1943 Auschwitz
Hier woonde Meijer Menist – geb. 1915
gedeporteerd uit Westerbork – vermoord 31-12-1942 Auschwitz
Een familielid: ‘Mijn grootvader Isaac Menist was bakker en kruidenier in de Amsterdamse jodenbuurt en vader van twaalf kinderen. Na de geboorte van het achtste kind overleed zijn vrouw. Enige jaren later hertrouwde hij met haar nicht, Rachel Ludel, een zeer bijzondere vrouw. Alleen zij die het gezin al heel lang kenden wisten dat zij niet de moeder was het van hele gezin. Ik was nog jong toen de oorlog begon en heb helaas weinig herinneringen aan het gezin. Ik weet alleen dat Suze op handen werd gedragen. Zij was het enige overgebleven meisje tussen zes broers. Slechts één van die broers heeft de oorlog overleefd. Dat is mijn vader.’
Demnig is klaar, veegt de stenen af met een doekje uit zijn zak, staat op, brengt zijn spullen naar het busje en voegt zich bij de familie. Er wordt het gebed gelezen voor de zielenrust van alle zes miljoen omgebrachte joden, slachtoffers van de sjoa.
Moge om hun verdienste de geredden van Israël terugkeren naar het land dat hun rechtmatige erfenis is.
Laat hen in vrede rusten.
Na 70 jaar zijn hun namen weer terug in de straat waar ze woonden. De zon verwarmt hun namen en laat het messing schitteren als goud. De familie maakt foto’s en gaat verder, naar de volgende straat. Er zijn nog veel meer namen terug te brengen.
Over struikelstenen lees ook: Sporen door Hilversum – 2
14 juli 2013 om 21:46
Beste Jelte,
Dank voor de bijzondere beschrijving. Naast het terugbrengen van de namen heb je zo ook de familie weer een beetje extra herdacht.
Liefs, Esther (het jongste kleinkind van de 2e zoon van Isaac Menist en zijn eerste vrouw Esther Gobetz).
15 juli 2013 om 19:29
Beste Jelte,
Wij hebben de dag, als familie, heel bijzonder ervaren en ik ben blij dat ik het gedaan heb. Het organiseren heeft lang geduurd maar het was de moeite waard.
Volgens mij hadden mijn grootouders negen kinderen. Twee dochters zijn in de 20-er jaren overleden. Ab is, zoals je weet, gefusillleerd en mijn vader heeft de oorlog overleefd.
Er resten u nog twee stenen van moeders zijde maar dat wordt volgend jaar. De desbetreffende straat is opengebroken! Zo blijven we bezig.
Hartelijk dank, Tet Blasband-Menist
3 februari 2014 om 14:37
Lieve Jelte, in de serie ‘Na de oorlog’ momenteel op t.v. (of heet het Na de bevrijding?) was er toch ook een scène over deze stenen?
3 februari 2014 om 20:42
Lieve Reina,
Ja, ik zag het ook in ‘Na de bevrijding’. Die bewonderenswaardige Gunter Demnig herkende ik meteen aan zijn hoed. Zijn gezicht was niet te zien. Hoeveel struikelstenen zal hij inmiddels al gelegd hebben?