Fietsen door de oorlog

De jaarlijkse oorlogsherdenking nadert heftiger dan ooit tevoren, maar ik ben paraat. Ik stap op mijn fiets en rijd naar de burgermeesterkamer in het oude raadhuis van Hilversum. Daar verzamelt zich een groep van elf man bij koffie en appeltaart. We gaan een fietstocht maken langs plekken die herinneren aan de jaren ’40-’45, maar wachten nog op de laatste twee deelnemers.

De heer Pieter Hoogenraad van het Fietsgilde leidt ons rond.

De heer Pieter Hoogenraad van het Fietsgilde leidt ons rond.

Aan de oorlog heb ik niet zoveel herinneringen, maar waarom intrigeert hij me steeds opnieuw? Ik weet het niet precies. Ik beschouw de oorlog wel als een onvermijdbare markeringslijn in de geschiedenis. Deze oorlog was niet alleen een bezetting van je land, maar vooral ook een mes op je geweten. Je kon weg kijken, maar niet lang. Uiteindelijk moest je keuzes maken. Wat je deed, hoe je het deed, waarom je het deed, waarom je het niet deed. Je geweten zal je uiteindelijk verantwoording vragen.

Hoewel ik langer in Hilversum woon dan ooit in Zaandam, voel ik me nog steeds een geëmigreerde Zaankanter. Ik heb meer belangstelling voor de geschiedenis van mijn geboortestreek dan die van mijn woonplaats, maar dit buitenkansje laat ik mij niet ontglippen. We fietsen namelijk ook naar de geheimzinnige Blaskowitz bunker, die heel erg verscholen ligt tussen de villa’s van de Trompenberg. Ik heb er wel eens naar gezocht, maar nooit gevonden. Vandaag gaat dat wel gebeuren.

Een opgewekte bejaarde strompelt binnen, zwaar leunend op zijn wandelstok en geflankeerd door een fladderende echtgenote.
‘Hebt u ook ingeschreven voor de fiètstocht’, vraagt de organisatrice met nauwelijks verholen verbazing.
‘Ja, ja’, antwoordt de man enthousiast. ‘Lijkt me erg interessant.’
De organisatrice bijt haar tong af om niet te vragen: Kunt u wel fietsen, maar de hele groep begrijpt dat onze tocht wel eens heel lang kan duren.

Hoe kan je je vergissen. De oude man beschikt over een elektrische fiets, die hij ook als loopfiets gebruikt. Hoe moeilijk hij loopt, hoe grandioos hij e-fietst. Als een dar dolzinnig zoemt hij met de groep mee, dan eens voorop, dan aan het eind, meestal in  het midden, onvervaard en onbezonnen. De echtgenote kijkt niet om, kennelijk bang voor haar hart. Voortvarend volgen wij onze gids en fietsen de oorlog binnen.

NSB-huwelijk in het Hilversumse raadhuis.

NSB-huwelijk in het Hilversumse raadhuis.

We kijken naar het prachtige raadhuis van Dudok, dat na een restauratie van zeven jaar en 35 miljoen gulden mooier straalt dan ooit. Maar nu kijken we met andere ogen. In de oorlog was het geliefd als decor voor zwart geüniformeerde NSB-huwelijken. NSB-burgemeester Von Bönninghausen (de eerste van het land) voltrekt er onder andere het huwelijk van NSB-voorman Rost van Tonningen en Florry Heubel, de latere ‘zwarte weduwe’. In 1942 is het uit met de pret.

De Wehrmachtbefehlshaber krijgt het in Den Haag, zo dicht bij de kust, te benauwd en trekt zich met zijn staf terug in het raadhuis van Hilversum om vandaar uit te waken over de Atlantikwall. Maar ook in dat markante goudgele gebouw voelt hij zich niet veilig voor vijandelijke bommenwerpers. Hij wil het helemaal groen laten schilderen  zodat het wegvalt tussen het Gooise groen, maar dat is hem gelukkig uit zijn hoofd gepraat. In plaats daarvan worden camouflagenetten over de toren en het gebouw gedrapeerd. Maar nog voelt de Wehrmacht zich er niet veilig.

Om de toren wordt camouflage gedrapeerd.

Om de toren wordt camouflage gedrapeerd.

Even later staan we bij een andere schepping van Dudok, de Noorderbegraafplaats. Dat ligt niet ver van mijn huis, ik ken het op mijn duimpje, maar ben de oorlogsgraven vergeten die ver van de ingang liggen. Zestien Britse soldaten kwamen om op 10 mei 1945, terwijl Nederland uitzinnig zijn bevrijding vierde. We hebben tekort tijd om er helemaal naar toe te lopen, meent onze gids. De Britten waren bezig de mannen van het Hermann Göhringregiment te ontwapenen, toen één van de Duitsers een mijn tussen de munitie gooide. Hilversum heeft ze massaal begraven, maar nu liggen ze in een afgelegen hoekje. Sorry, boys. ik kom gauw eens bij jullie langs, maar nu moeten we verder. Op naar de bunker.

We fietsen de villawijk Trompenberg binnen. Uit een hoge boom ploft een eekhoorn als een neergeschoten parachutist plat op het asfalt en blijft daar verdwaasd liggen. Onder deze bomen meent de Wehrmacht beter beschermd te zijn tegen luchtaanvallen. De wijk wordt Sperrgebiet en omgeven door prikkeldraad en wegversperringen van beton. Generaal Christiansen neemt zijn intrek in het hoofdgebouw van de Rudelsheimstichting, een zorginstelling voor joodse zwakzinnige kinderen. De kinderen worden afgevoerd en later vermoord.  Het karakteristieke straatpatroon van de wijk wordt verdoezeld met talloze camouflagenetten, die over de wegen worden gespannen.

Plattegrond van de Blaskowitz bunker, 135 meter lang.

Plattegrond van de Blaskowitz bunker, 135 meter lang.

Nog is het Christiansen niet veilig genoeg. Op het terrein van de joodse zorginstelling laat hij twee onderling verbonden bunkers bouwen. De buitenmuren en dak worden twee meter dik. 7000 kubieke meter beton wordt gebruikt. In het dak worden de railsen van de Gooische moordenaar verwerkt, het regionale spoorlijntje. Geprobeerd wordt de bunkers als huizen te vermommen met gemetselde muren en tromp –l’oeil  ramen. Hier en daar worden op de bunkers echte woningen geplaatst. Ook de Stabskompanie en het communicatiecentrum van de Duitsers verschuilen zich op de Trompenberg. De luxe wijk wordt een onneembare Zitadelle. Voor alle zekerheid wordt om heel  Hilversum ook nog eens een tankgracht gegraven.

De aanwezigheid van zoveel hoge officieren op de Trompenberg blijft niet lang verborgen voor Londen. In december 1944 voeren Britse bommenwerpers een aanval uit op het Duitse hoofdkwartier maar weten het niet te treffen. De raketten raken verkeerde objecten. Zeven burgers worden gedood. Bij een tweede aanval, in maart 1945, brandt het gevorderde hoofdgebouw van de Rudelsheimstichting volledig af en worden tussen de 100 en 200 Duitsers gedood.

Eindelijk gevonden: de Blaskowitz bunker! Niks aan te zien.

Eindelijk gevonden: de Blaskowitz bunker! Niks aan te zien.

De fietsgids stapt van zijn rijwiel. We zijn er. Het Moment. Ik heb al heel wat bunkers gezien, in Normandië, de Hollandse duinen, Londen en bij het IJzeren Gordijn, maar dit is de idiootste. Aan de Rossinilaan, op een van de duurste stukjes grond, te midden van statige villa’s, verscholen achter een Gooisch hekwerk en grotendeels begroeid door klimplanten, zie ik niet meer dan een groen geschilderd betonnen muurtje, nog geen twee meter hoog en daarop een rijtje dakpannen, te onnozel voor een foto. Binnen is het een holle, leeg gesloopte, donkere  ruimte.
‘Helemaal niks te zien’, giechelt de oude e-fietser als hij zich uit de bunker wurmt.
Inderdaad. Geen spoor te zien van de generaals Christiansen, Blumentritt en Blaskowitz en hun manschappen, die vanaf hier hun troepen op de Atlantikwall aanstuurden.

Generaloberst Blaskowitz, wiens naam met de bunker voortleeft, heeft er nauwelijks een maand gecommandeerd. In april 1945 krijgt hij het opperbevel en op 5 mei 1945 moet hij alweer uitrukken naar Wageningen om de capitulatie van de gezamenlijke Duitse strijdkrachten in Nederland te tekenen.  De dag tevoren heeft in Duitsland de hele Wehrmacht zich overgegeven aan maarschalk Montgomery. Nu is het de beurt aan de Wehrmacht in Nederland om te capituleren. Dat wil Blaskowitz niet. Hij heeft daartoe geen Befehl ontvangen. Terwijl het uitgelaten Nederland zijn bevrijding wil vieren, bedingt Blaskowitz een uitstel van 24 uur en moeten de feestvierders naar huis gestuurd worden, openen Duitsers het vuur op Nederlanders die te vroeg juichen. Op 6 mei, nadat hij op eigen houtje de oorlog met een dag had verlengd, tekent Blaskowitz alsnog. De generaal wordt gearresteerd en moet in 1948 terecht staan in Neurenberg. In de gevangenis berooft hij zich van het leven.

Generaal Blaskowitz.

Generaal Blaskowitz.

In het oude raadhuis, tegenwoordig Museum Hilversum, waar we bij terugkeer heerlijke tomatensoep nuttigen, zijn foto’s uit de oorlogsjaren geëxposeerd.  Veel plekjes herken ik van de fietstocht. Een jonge medewerkster leidt rond. Bij de foto waarop Duitse militairen de AVRO-studio bezetten, schampert ze op de volgens haar te bereidwillige politieagent. Maar zijn armgebaar kan net zo goed een verkeerde richting aangeven, denk ik. En hoe kun je in je eentje drie Duitse legervoertuigen tegen houden?

De rondleidster kijkt meewarig bij de foto van de foute Nederlanders, die na de bevrijding achter hekken gevangen zijn gezet. Ze worden slecht behandeld en zijn alleen nog maar door hun omgeving veroordeeld. De rondleidster vindt ze zielig. ‘Die mensen waren ook vaders met gezinnen’, zegt ze. ‘Daaraan moet je ook denken.’

Ik stap op mijn fiets en rijd naar huis. Ik ga de foto’s nog wel een keer bekijken met eigen ogen.

5 reacties op “Fietsen door de oorlog”

  1. Ria Rep zegt:

    Het was heel bijzonder om dit allemaal te horen en te zien hier in Hilversum.
    Mooi geschreven. We moeten wel gauw nog naar de expositie.

  2. Dies Schipper zegt:

    Mooi, Jelte, elke plaats heeft zo zijn verhaal met interessante details. Een geluk dan dat ikzelf in een zgn. Rode Kruis dorp woonde met rode kruisen op een aantal daken geschilderd, zodat er niet werd gebombardeerd, waar dan ook gehoor aan werd gegeven. Mazzelaar.

  3. Martin Rep zegt:

    Mooi verhaal, voor mij ’n nieuw stukje geschiedenis. Waarom moesten we trouwens helemaal naar de voormalige DDR om ’n bunker te bekijken als er een bij jou om de hoek is?
    Blijven wel vragen over: wat is er met die 135 meter bunker gebeurd? Gesloopt natuurlijk, maar dat moet een mega- en kostbare klus zijn geweest. Waarom is die twee meter blijven staan? Wat gebeurde er in die bunker, hoeveel mannen waren erin gelegerd, hoe lang is hij in gebruik geweest?

  4. Jelte Rep zegt:

    De Blaskowitz bunker zal nog heel lang bestaan. Zelfs met een nieuw geallieerd bombardement is de kolos niet stuk te krijgen. Meteen na de oorlog werden er foute Nederlanders opgesloten. Tijdens de Koude Oorlog betrok de luchtmacht de bunker en verdwenen alle sporen van de Duitse aanwezigheid. Daarna raakte de bunker in verval. Rond de eeuwwisseling kwamen er serieuze plannen om de bunker te slopen en plaats te laten maken voor tien nieuwe villa’s, maar het is er nooit van gekomen.
    Tegenwoordig staat de Blaskowitz bunker op particulier terrein. Er zijn enkele woningen tegenaan gebouwd. De tuinen van die woningen lopen door tot boven op de bunker, een stevige ondergrond.
    Overigens liggen er meer bunkers verscholen op de Trompenberg. De bekendste is de Wisseloord bunker, ooit in gebruik door film- en geluidsproducent Cineco. Om de RAF te misleiden bouwden de Duitsers er onschuldig ogende woningen bovenop. Je moet goed door het gesloten en beveiligde hek kijken wil je de bunker ontdekken.

  5. arie jan petrus zegt:

    Leuk verhaal. Ben in 1964 als militair geplaatst bij de CVV-groep aan de Doodweg. Ken dus de lokatie erg goed.
    De Wisseloord studios van Cineco lagen recht tegenover het Wisseloord complex. In 60 er jaren woonde Toon Hermans naast het Wisseloord complex. Ben tijdens mijn dienst weleens uitgenodigd om te komen zwemmen in zijn zwembad.

Laat een reactie achter

*
Om te voorkomen dat er veel nep reacties worden geplaatst is deze code verplicht
Anti-Spam Image