Nacht en nevel
Ik was net één jaar en één dag oud, toen hij stierf. Desondanks ben ik hem verschillende keren tegen gekomen in de rest van mijn leven. Lodo van Hamel was in WO2 de eerste geheime agent, die hier in Nederland door de Duitsers werd gearresteerd. Dat gebeurde in Delfstrahuizen bij het Tjeukemeer door toedoen van een foute politieagent. Hans Hers kan er nog steeds kwaad over worden. Hij was vriend en bondgenoot van Lodo van Hamel. Hij heeft me er uitvoerig over verteld. Ik vond het ongemakkelijk dat de rampzalige arrestatie van Lodo van Hamel plaats vond in Delfstrahuizen, want dat is heilige grond voor de familie van mijn moeder, een zonnige plek vol ruisend riet, jubelende vogels, spierwitte wolken en onverstaanbare ooms en tantes, waar wij vaak vakanties vierden. Dat uitgerekend daar de politie zo verraderlijk fout was opgetreden, deed me zeer. Als afgerichte bloedhonden hebben agenten het belastende spionagemateriaal van Lodo kwispelend voor de voeten van de Duitsers gelegd. En daarmee Van Hamel naar het vuurpeloton gejaagd. Langs het Tjeukemeer, van Delfstrahuizen naar Echtenerbrug, loopt tegenwoordig een wandelweg met de naam Lodo van Hamelpad, een laat en bescheiden eerbetoon. Het pad heb ik inmiddels samen met mijn broer gelopen. Er stond een stevige wind, die het grijze water ophitste en nijdig in de groene oevers deed bijten. Hier strandde de geheime missie van Lodo. Zonnestralen veegden over de scherpe golven, maar het kwaad valt niet weg te poetsen. Op 16 juni 1941 werd Lodo van Hamel overgebracht van de Scheveningse strafgevangenis naar Amsterdam. De Führer had het gratieverzoek afgewezen. Hij stond op het punt Rusland binnen te vallen en wilde dat alle doodvonnissen onmiddellijk werden voltrokken. Dat moest schrik aanjagen in heel bezet Europa. Nadat hij zijn laatste brief hadt geschreven werd Lodo naar Bussum gereden. Op de heide stonden een executiepeloton van 10 man en een lijkwagen ongeduldig op hem te wachten. Er was grote haast. Schnell, schnell! Binnen drie minuten was de executie achter de rug. Het vuurpeloton stond op maar een paar kilometer van mijn huis. Misschien dat die tien schoten daar hoorbaar zijn geweest. De plek, zo dichtbij, behoor ik ook te bezoeken, vind ik. Op een warme zomerdag, als de heide zich behaaglijk uitstrekt en zich laat beminnen door honderden dolzinnige insecten, lopen we er heen, mijn eega en ik. Er moet een houten kruis staan met de namen van vijf slachtoffers. We doen navraag bij wandelaars en hondenbezitters maar vinden het monument niet. Ja, iedereen heeft dat kruis wel eens zien staan, maar waar precies weten ze niet. Een kleine vrouw (“Ik ben al 87, hoor!”) met een nog veel kleiner hondje neemt ons op sleeptouw, maar moet het na een tiental minuten opgeven. “Ik snap er niks van!” Ik vind het een schande. Zo’n held en dan zo’n onvindbaar plekje. Het is precies wat Hitler wilde. Zelfs voor een dode Lodo van Hamel was hij bang. Die moest verdwijnen in nacht en nevel. Er mocht geen enkel spoor overblijven. Onmiddellijk na de executie werd Lodo’s lichaam in de gereedstaande kist gelegd en afgevoerd naar het crematorium in Driehuis. Daar stond personeel al klaar om de crematie meteen uit te voeren. Na afloop bracht de arts van het Feldgericht de as naar Amsterdam, naar het hoofdkwartier van de Sicherheitspolizei. Alles gebeurde in het grootste geheim. De familie Van Hamel kreeg niet meer te horen dan dat de urn in een onbekend crematorium was bijgezet. “Zo’n plaats kan toch makkelijk een bedevaartsoort worden,” verklaarde een van de Duitsers. De urn werd pas in 1951 bij toeval ontdekt op de begraafplaats van Osnabrück. Ook de plaats waar Lodo was gefusilleerd bleef lang geheim. Pas in 1948 wees een Duitse gevangene, die bij de executie betrokken was, de plek aan: op de heide bij Bussum, achter de schietbaan van de Palmkazerne. Ik kan het niet uitstaan dat ik die plek niet kan vinden. Op het internet vind ik uiteindelijk coördinaten van het monument. Op weer zo’n zomerse dag fiets ik er heen met gps en fototoestel. De coördinaten deugen niet. De opgegeven plek is alleen heide en verder niets. Wat nu? Ik ondervraag opnieuw wandelaars en hondenbezitters. Het blijken allen dagjesmensen te zijn, behalve een man met een vervaarlijk grote hond. Ik leen wat van Lodo’s grote moed en spreek de baas van het beest aan. O ja, dat monument kent hij wel. Hector en hij komen er iedere dag langs. Ik moet een kilometertje verderop zijn, een stukje van het fietspad de bebossing in. Het gebied lijkt verdacht veel op waar we eerder zochten. Zonder veel hoop fiets ik er heen. Het zijn de paadjes van de vrouw met het hondje. Er spelen kinderen tussen de bomen. Om ze niet te storen wijk ik uit naar de andere kant. En dan, volkomen onverwacht, doemt een groot, massief kruis op tussen het groen. Blijdschap en triomf gloeien op in mij, waarvoor ik me meteen schaam. Eindelijk. Dit is de plek. Hier riep Lodo van Hamel ‘Leve de koningin’, voordat hij doorzeefd werd door tien kogels vanaf 15 meter afstand. Ik ga zitten tegenover het monument, de kinderstemmen ver weg, de lage zon in mijn rug. Er liggen geschilderde keien aan de voet van het kruis. Vrede, zegt er een. Ik inhaleer de plek, maak wat foto’s en bepaal met mijn gps de coördinaten van het monument, voor wie hier misschien ook eens wil staan. N 52° 15’ 826”, E 005° 11’ 365”. Met dank aan het boek Lodo van Han Korting. |
30 maart 2014 om 02:24
Wat een prachtig en ontroerend verhaal weer, Jelte!
Vol opgekropte, machteloze woede over wat Lodo van Hamel en zijn familie is aangedaan. Verraden door mensen uit de geboortestreek van onze familie.
En na gepaste volharding vond je het herdenkingskruis vlakbij je woonplaats.
Jelte ik hoop dat je nog veel meer van deze mooie stukken zult schrijven!
Groeten van Jelte vanuit Beijing
30 maart 2014 om 08:33
Eindelijk gevonden. Het is een ontroerend verhaal geworden. We fietsen er maar weer eens gauw heen.
5 juni 2015 om 14:43
“Uitzoeker’ zag ik bij uw naam staan. Het spreekt mij aan omdat ik sinds een jaar of dertig het grootste deel van mijn tijd besteed aan het ‘uitzoeken’ van zaken die m.i. niet kloppen. Eén van de eerste zaken die op mijn ‘pad’ kwamen was de moord op pres.Kennedy 22.11.1963. Een ander was het zgn. ‘Englandspiel’ en dan speciaal de rol van Anton van der Waals daarin.
Aangezien ik geen wetenschappelijke status heb en geen inzage heb in besloten archieven en bestanden ben ik voor mijn informatie afhankelijk van openbare bronnen waarbij het altijd ‘zaak’ is om de informatie op de juiste ‘waarde’ in te schatten. Zo is het ook met de ‘bronnen’ waaruit ik het ‘Englandspiel’ heb trachten te reconstrueren.
Dit geldt dan ook voor het boek ‘Tegen de vlagen van den Oostenwind’ van Erik Michielsen, één van de Soldaten van Oranje. Erik schreef dit manuscript in 1941 en werd het pas in 1946 uitgegeven. Erik beschrijft ten dele dezelfde gebeurtenissen als die door Hazelhoff Roelfsema zijn beschreven; o.a. de mislukte vlucht vanaf het Tjeukemeer. Hoewel er nergens achternamen vermeld worden, dat was in 1941 nog veel te ‘link’, is de hier genoemde ‘Hans’ hoogstwaarschijnlijk de Hans Herts zoals die door u beschreven wordt en ook de andere in het boek genoemde namen, voornamen, overeenkomen met die in het boek van Erik Hazelhoff Roelfsema. Genoemd boek is via internet te downloaden en als mijn ‘vermoeden’ omtrent de werkelijke ‘rol’ van deze Hans Herts klopt, dan moet uw versie van het ‘Englandspiel’ herschreven worden. Maar, ik ben bang dat dit niet zal gaan gebeuren; er zijn nog te veel ‘krachten’ die zich hier tegen zullen verzetten!
Overigens ben ik van de lichting 62-1 en kwam op in De Palm-kazerne; in mijn herinnering was het een schietterrein en niet altijd toegankelijk voor publiek. Inderdaad, merkwaardig dat een dergelijk monument op zo’n manier wordt weggestopt. Maar wordt ook dit weer begrijpelijk als we het doen en laten van deze ‘Hans’ gaan volgen.
2 mei 2016 om 22:17
Goh Jelte,
Ooit, ik was nog maar tien jaar oud (nu 43) heb ik uw boek ‘Englandspiel’ gelézen, gelézen en gelézen, zo boeiend en goed vond ik het.
Het las als een roman, ware het niet dat ik wist dat het feiten waren, elk persoon kreeg een identiteit, een leven.
Helaas ben ik het boek kwijtgeraakt.
Ik heb daarna meerdere boeken over het ‘Englandspiel’ gelezen, maar die sleepten me nooit zo in de werkelijkheid als dat van u.
Jarenlang heb ik gedacht ‘dat moet verfilmd worden’.
Maar ja, er is nu eenmaal niet een markt voor een film met een treurig einde, er moet een ‘happy end’ zijn, en die zit er helaas niet in.
22 juni 2016 om 10:37
Geachte heer Rep, goed verhaal! Ik heb zelf iets geschreven vanwege de executie, 75 jaar geleden. Dat komt in de Gooi- en Eemlander (de regionale krant). Woont u in Bussum?
22 juni 2016 om 14:39
Nee, ik woon in Hilversum, binnen het bereik van de Gooi- en Eemlander.
1 mei 2019 om 19:33
Dear Jelte Rep,
I have been discussing the events of the ‘Englandspiel’ with Johannes Koll, who has written a thick book on Arthur Seyß-Inquart. He says he has no evidence that Goebbels went to the Netherlands together with Himmler and Heydrich in May 1942 (page 160 in ‘Englandspiel’). Where have you found your information?
With best wishes,
Jürgen Ehlers.