Een diabeet op vakantie
Vakantie is een recht dat ooit door vakbonden werd ontfutseld aan hardvochtige bazen, die hun arbeiders het liefst dag en nacht wilden laten werken. Het is dus een dure plicht om van dat recht gebruik te maken, ook al ben je diabeet. Al ver voor hun vakantie begint, worden diabeten gewaarschuwd voor de gevaren van zon, vliegen, relaxen, ander voedsel, warmte en noem maar op.
Denk eraan dat je insuline niet bevriest in het vliegtuig of gaat koken in de auto. Denk eraan ruim voldoende naalden, teststrips en insuline mee te nemen. Houd extra suikers bij de hand voor als je een hypo (te lage bloedsuiker) krijgt. Neem een extra glucosemeter en insulinepomp mee en stop ze in een andere koffer. Zorg voor een doktersverklaring voor de douane. Denk aan de andere voeding en spuit voorzichting. Denk aan de gevolgen van ontspanning: je kan minder insuline nodig hebben. Denk aan de gevolgen van ongebruikelijke inspanningen: je bloedsuiker gaat omlaag. Denk eraan dat warmte je lichaam gevoeliger kan maken voor insuline. De ‘vakbladen’ voor diabeten staan bol van de waarschuwingen en aanwijzingen.
Ook de importeur van mijn insulinepomp laat zich niet onbetuigd. Hij laat weten dat het verstandig is een reservepomp mee te nemen, voor het geval je eigen pomp stuk zou gaan. Je kunt die gratis lenen maar moet het apparaat (€ 3.500.-) wel verzekeren tegen verlies en diefstal. Bedankt voor het aanbod, maar ik heb al zoveel bagage en reservespullen bij me dat ik opzie om ook nog eens zo’n duur pakket mee te nemen.
De Franse zon schijnt en het water van het zwembad klotst tevreden en daar lig ik dan vakantie te vieren, uitgestrekt op een deck chair, gehuld in zonnebrand met de juiste factor, mijn insulinepomp ingesteld op gematigde snelheid, mijn insuline in de groentenla van de koelkast, mijn Dextro’s en Hypio-Fits binnen handbereik. Als ik opsta van het zonnebaden is mijn buik nat van het zweet. En ook mijn insulinepomp. Het glas is beslagen. De knopjes reageren niet meer. Er verschijnt een tijding: KNOP PUNT. Dat blijkt later te betekenen: ONHERSTELBAAR STUK.
Ik bel de importeur in Nederland. Ik moet mijn boodschap inspreken, want het is weekenddienst. Sterker nog: het is eerste pinksterdag, maar ik word al na 15 minuten teruggebeld. Ik betuig mijn oprechte spijt dat ik zonder reservepomp op reis ben gegaan. De juffrouw maakt er geen punt van en zegt dat ze een vervangende pomp zullen opsturen, maar dat die waarschijnlijk pas woensdag bij mij zal arriveren. Kunt u het zo lang redden? Ja, verzeker ik haar, ik hou het wel een paar daagjes uit.
Dan heb ik wel een insulinepen en naalden nodig, dingen die ik al jaren niet meer gebruik. De dorpsarts heeft een uizichtsloos bandje op staan. Dan maar naar de Franse buurman. Ik kan het beste naar de spoedeisende hulp in de stad gaan, legt hij uit en begint meteen te bellen. Pinksteren zit dicht gespijkerd met geluidsbandjes en niet-dienstdoende instanten, maar monsieur Bidon laat zich niet kisten. Leer hem de ziekenhuizen kennen! Zijn vrouw kijkt onbewogen toe, ze heeft Alzheimer.
Met twee auto’s komen we aan bij het ziekenhuis. Door een loketje worden we te woord gestaan. Mr. Bidon legt omstandig uit dat deze buitenlander dringend insuline nodig heeft, maar de lokettist wil eerst papieren zien en adressen hebben. De buurman zucht en steunt en legt nogmaals het geval uit. Er is een verpleegster die Engels spreekt. We hebben alleen maar een receptje nodig. Zij stelt ons gerust. Mr. Bidon haast zich naar huis, naar zijn vrouw. Wij beginnen met wachten.
Een half uur later haalt de verpleegster ons op. Is het gelukt? Ze brengt me naar een behandelkamer. Ik moet op het bed gaan liggen. Ik heb alleen maar een receptje nodig! Mijn koorts, bloeddruk, zuurstof en bloedsuiker worden gemeten en ik moet blijven liggen tot de dokter komt. Door de gang schuiven spoedgevallen voorbij. Ik wacht ruim een uur. Dan worden opnieuw mijn koorts en bloedsuiker gemeten en mag ik verder wachten.
Het loopt tegen elven als ik het recept krijg en een adres, niet van een apotheek, maar van het Commissariat de Police. Daar moet ik mij met het recept vervoegen. Daar wordt dan gebeld met de dienstdoende apotheek dat ik insuline kom halen. Het is inmiddels pikdonker en Franse steden zijn dan desolaat en luguber. Het rolluik van de apotheek is omlaag. Door de tralies zie ik achterin een lichtje branden. Ik bons op het luik. Een bleke vrouw duikt op, gebaart naar een donker zijstraatje. Daar, door een zwaar beveiligd loket, krijg ik m’n insulinepennen en naalden. Eerste pinksterdag zit er bijna op als we dwars door de zwarte nacht onze vakantiewoning terugvinden en ik me beraad hoe ik met alleen snelle insuline de komende dagen en nachten kan doorkomen
’s Dinsdags belt de importeur dat de pomp morgen voor 5 uur wordt afgeleverd op mijn vakan tieadres. Exacter kon de Franse TNT helaas niet zijn. Ik wacht de hele woensdag, maar geen pakje. De importeur vindt dat gek, gaat zijn best doen. Donderdag zit ik opnieuw aan huis gekluisterd. Weer geen pakje. Ik klaag mijn nood bij de importeur. Die wil een koerier uit Nederland mijn kant opsturen, maar dat is me teveel gedoe en ik ben het wachten bij het zwembad zat. ’s Maandags wordt het pakje keurig bij mij thuis bezorgd. Ik ben opgelucht en blij. De vakantie zit er op.
14 juli 2011 om 15:40
Ik kon het niet laten even gauw te lezen wat je hebt meegemaakt. Wat een narigheid, volgende keer toch maar een reservepomp meenemen of in ieder geval even een extra bezoek aan je coach om de vakantie voor te bereiden, die heeft nl altijd wat insuline (ook langwerkende) op voorraad om mee te nemen 😉
groet van Jacq
18 juli 2011 om 15:25
Lieve Jelte,
Ik heb het gelezen en alles ging weer als een film voorbij. Je zorgt in ieder geval wel voor afleiding tijdens de vakantie. Ha, ha.
Liefs Ria.
20 juli 2011 om 13:02
Hoi Jelte, wat een avontuur zeg, kan het nog
spannender?