Chatten over Groentje
In de dagen van het Zaanse groentje was er geen internet. Nu zwerf ik dikwijls rond door die digitale wereld, gedreven door mijn historische belangstelling. Merkwaardig is het om dan ook daar Zaans groentje te ontmoeten. Op www. leestafel.info trof ik een bespreking aan door Marjo, gevolgd door een korte discussie:
De volledige titel is Zaans groentje en andere verhalen. Maar het is geen verhalenbundel, zoals je die zou verwachten.
Er zijn drie delen die gaan over de jeugd van een Zaans jongetje, waarin niet alleen het kind groeit, maar ook de verhalen. Het eerste waarin de jongen een jaar of vier is bevat tien pagina’s, het tweede dat gaat over het zevende levensjaar groeit naar de veertig bladzijden en het derde over de pubertijd en de daarbij onvermijdelijke seksuele ontwikkeling nadert de honderd pagina’s.
Waar het mij veel veiliger lijkt om een boek te schrijven waarbij je aan kunt tonen dat alles uit de duim gezogen is, lijkt het wel of debutanten liever putten uit eigen herinneringen. Als die schrijver geboren is in ongeveer dezelfde periode als de lezer, dan zal herkenning waarschijnlijk welwillendheid kweken. Maar dat is niet genoeg… dus rijst de vraag of het boek van Jelte Rep iets toevoegt waardoor het anders is dan de andere ‘herinneringsboeken’.
Het eerste verhaal, dat speelt in het laatste oorlogsjaar, is een variant op het lied van Youp van ’t Hek. Flappie heet nu Wopje. Nog niets nieuws hier, al blijft het verdriet van het jochie als hij ontdekt wat er gebeurd is, aandoenlijk. Impliciet wordt duidelijk wat voor uitwerking de oorlog op het vierjarig kind heeft, groot verdriet en klein verdriet, ze doen niet voor elkaar onder.
In het tweede verhaal gaat de jongen, waarvan we al weten dat het een gevoelig kind betreft, met zijn oudere broer, naar Friesland, naar familie die hij nauwelijks kent. Alles, op de eerste plaats de taal, is vreemd, maar gelukkig is daar zijn grote broer.
“Hoe gaat het met jullie poppe thuis?
Wij?! Een pop thuis??
“Een schatje zeker?” Tante Aaltje heeft ons vergeten te waarschuwen dat vrouw Talsma niet goed bij haar hoofd is.
Denkt ze werkelijk dat jongens zoals wij met poppen spelen?”
In het derde deel lezen we over zijn volwassenwording. Het is een coming-of-ageverhaal en een tijdbeeld ineen. De gevoelige jongen ambieert een carrière als dichter. Dat blijkt soms handig bij zijn onhandige pogingen met meisjes om te gaan, vooral als hij zich er niet van bewust is. Maar er moet ook brood op de plank. Zijn hardwerkende vader ziet met lede ogen aan hoe zijn zonen, die hij met de beste bedoelingen heeft laten doorleren, zijn voorbeeld afwijzen. Zij zien hoe het anders kan.
Het antwoord op de vraag of dit boek iets toevoegt is ‘ja’, ondanks het eerste verhaal. Rep hanteert soms een bijna poëtisch taalgebruik, vooral als er meisjes in beeld verschijnen…
“Als ze door de straat loopt lichten alle kleuren op, houden de geluiden hun adem in en vraagt ze de aandacht van alles en iedereen.”
Soms is de snelheid waarmee je de woorden en zinnen tot je neemt aangepast aan de gebeurtenissen in het verhaal, zo voel je als het ware het ongeduld van de naar seks hongerende puber en proef je de wanhoop als zijn moeder in het ziekenhuis ligt.
Reps manier van beschrijven roept een sfeer op die bij mij bleef hangen. Een rare gewaarwording om dan de ‘echte’ 21e eeuw weer binnen te stappen.
© Marjo, september 2008
Marjo: Genoten heb ik van dit boek. Jammer genoeg is het geen origineel concept, dat maakt het lastiger om opgemerkt te worden. Aan de andere kant is de flap heel apart. Het is een schilderij van Jorge Welsh (nooit van gehoord), Het heet Stiers wreedheid en het hangt in de Zaanse Schans. (waar dan, denk ik, dat is toch een open straat??)
Dettie: Dit lijkt me zo’n leuk boek, en ik heb nog niet eens je verslag gelezen. Wat een mooi verslag heb je gemaakt Marjo. Helemaal overdenkend of het iets toevoegt in de lange rij autobiografisch getinte boeken. Echt mooi.
Marjo: Bloos.. Het was de eerste vraag die in me opkwam toen ik het eerste hoofdstuk las. Die vraag hield ik dus steeds in mijn achterhoofd..
Ik vond dit.. Dat is vast bekend bij de schrijver. Ik wist van niets:
Zaans groen. Men doelt dan op de originele kleur van de huizen in onze streek. Verftrappetjes zoals dat heet en oude foto’s laten zien dat die kleur lang niet altijd groen is geweest. Daarnaast was er nog al een variatie in het groen te bespeuren. Toch wil het niet zeggen dat alle kleurvariaties onder de historische kleurschakeringen vallen. In de monumentencommissie is dan ook voorgesteld om een Zaanse kleurenwaaier te laten maken, zodat er een verantwoorde keuze kan worden gemaakt bij het schilderen.
Dettie: Heel leuk Marjo deze informatie.
Mira: Sterk verslag, Marjo…en.. hou jij van poëtische beschrijvingen?
Marjo: Oudgedienden op deze site zullen nu een daverende lachbui krijgen denk ik!! Ikke en poëzie..dat matcht niet. Dus poëtische beschrijvingen, dat denk ik niet..
Mira: Quote: Rep hanteert soms een bijna poëtisch taalgebruik, vooral als er meisjes in beeld verschijnen…
“Als ze door de straat loopt lichten alle kleuren op, houden de geluiden hun adem in en vraagt ze de aandacht van alles en iedereen.”
Toch heb ik dit van jou gelezen, Marjo!
Is het je dan ontglipt?
Marga: Mooi verslag Marjo! Zo mooi dat ik het boek meteen wil lezen. Aangezien dat vandaag niet meer lukt, ga ik deze week maar eens op zoek naar het boek in de bieb.
Marjo: Nee, Mira. Maar dat is niet van mij die zin. Dat is een citaat, dus die is van Jelte Rep!
Dettie: Rep hanteert soms een bijna poëtisch taalgebruik. Ik denk dat Mira dit bedoelt.
Marjo: Ha, misverstand! Mira wil weten of ik graag mooi taalgebruik lees? Dan is het antwoord ja. Zo’n zin als geciteerd, daar kan ik van genieten.
Mira: Dus toch poëtische feeling, Marjo, misschien tegen wil en dank!?
Marjo: In proza, ja, maar ik heb niets met poëzie! Ik vind het thema van de kinderboekenweek dit jaar ook drie keer niets. Ik kan er niets mee.
Dettie: Ik heb Zaans groentje al een tijd uit maar ik ben niet zo enthousiast als Marjo. Ik vond het wel aardig, het las lekker weg, maar om nu te zeggen het is iets nieuws of het springt er uit, nee.
Het konijnenverhaal was inderdaad net het Flappie-verhaal dus waarom dat geschreven? vraag ik me dan af, er zal in zijn leven toch wel meer gebeurd zijn.
Voor de rest herinner ik me weinig van het boek helaas. Ook bij het lezen van Marjo’s recensie niet.
Dettie: De Zaanse Schans is meer dan een straat Marjo, er is heel veel te zien daar. Er zijn musea, molens, ouderwetse winkels en restaurants, echt de moeite waard om een keer te zien. Het is net een piepklein dorpje.
Zelf was ik weg van het klokkenmuseum.
Marjo: Ik ben er al ooit geweest, vaker zelfs.
Een goed geschreven Flappieverhaal doet het bij mij altijd natuurlijk, zelf Flappieslachtoffer.
Dettie: Mijn oma was er ook goed in, ’s zomers speelde je met het konijn en tegen de kerst kreeg je het opgestuurd of werd het meegegeven voor ons.