Op bezoek bij mooie Marie

Buvette de la Plage in Le Pouldu

De twee dames in de tuin schrikken zichtbaar als ik daar opduik. Wij willen de herberg waar de schilder Paul Gauguin gelogeerd en gewerkt heeft wel eens van binnen zien, maar er is niemand achter de kassa om ons toegangskaartjes te verkopen. Dat geeft te denken over de kwaliteit van wat ons te wachten staat, maar ik zet door. 120 jaar na de grote meester ben ook ik in Le Pouldu beland en bereid hem met te eren met een bezoek aan zijn tijdelijk onderkomen.

De dames doven snel hun sigaretten en maken duizend excuses in zulk rap Frans dat ik die snel wegwuif.
Je suis Hollandais. Voulez-vous parler plus lentement? probeer ik, maar dat maakt het alleen maar erger.
Hollandais? Parlez-vous Anglais?
Op Hollanders zijn de twee dames kennelijk niet berekend, maar ze kopen snel bedenkttijd.
Gaat u alvast maar naar de kelder, stellen ze voor, dan kunt u alvast de film bekijken.
Dan zijn ze ons even kwijt.

foto: Voor la Buvette de la Plage in Le Pouldu.

Zelfportret Paul Gauguin
Zelfportret Paul Gauguin

Zelfportret Meijer de Haan
Zelfportret Meijer de Haan

Kennelijk is ons bezoek net zo onverwacht als in 1889 dat van Gauguin en zijn vriend Meijer de Haan, ook een Nederlander. De twee mannen kennen elkaar nog maar kort maar zijn al dikke vrienden. Gauguin heeft in korte tijd naam gemaakt als schilder sinds hij in 1885 zijn baan als effectenhandelaar en zijn huwelijk opgaf om fulltime te gaan schilderen in de stijl van de impressionisten. Later laat hij zich in Bretagne inspireren door de rust en de eenvoud van het boerenleven, het geloof en bijgeloof. In Pont-Aven wordt Gauguin het centrum van een grote groep kunstenaars, die in de ban komen van zijn lessen over het synthesisme. De natuur moet niet nauwgezet worden weergegeven, maar je moet bij de natuur wegdromen, zegt hij. Het leidt tot schilderijen in een twee-dimensionale stijl met grote kleurvlakken en vereenvoudigde vormen en religieuze of mystieke ondertonen.

Isaac Meijer de Haan heeft de grote Gauguin in Parijs leren kennen. Hij stamt uit een rijke joodse familie, eigenaar van een matze-fabriek in Amsterdam. De fabriek is ook zijn voorland maar hij geeft zijn aandeel over aan zijn broers, in ruil voor een maandelijkse toelage. Hij wordt kunstschilder en werkt aanvankelijk in de stijl van Rembrandt en andere oude meesters. In 1888 trekt hij naar Parijs en maakt contact met kunsthandelaar Theo van Gogh, de broer van Vincent, en via Theo met Gauguin. Ze worden vrienden, gaan samen naar Pont-Aven en werken veel samen. Meijer de Haan werkt nu in de stijl van Gauguin.

Pont-Aven is evenwel zo druk en barstenvol met kunstenaars dat Meijer de Haan voorstelt om samen naar Le Pouldu te gaan, een vissersplaatsje aan de Bretonse kust met hoge rotsen en brede zandstranden. De Nederlander zal de verblijfskosten van zijn vriend betalen in ruil voor schilderslessen. In oktober 1889 betreden ze de herberg Buvette de la Plage, waar wij momenteel in de kelder een knullige video zitten te bekijken.  Eigenarese en uitbaatster in de knappe Marie Henry, geboren in de streek, als weesmeisje opgevoed in een nonnenschool en later als kamermeisje werkzaam in Parijs. Ze is 30 jaar oud en niet getrouwd als ze de herberg weet te kopen. Daar baart ze een dochter, Léa. Gauguin en Meijer de Haan hebben het er naar hun zin. Gauguin vindt Meijer de Haan ‘een echt aardige vent’en ze trekken er samen veel op uit. De houterige video toont ons de beroemde plekjes, die we al kennen van onze wandelingen langs de indrukwekkende Bretonse kust.

Hun werkdrift en inspiratie zijn zo groot dat ze ook de gelagkamer van Marie Henry gaan beschilderen. Ze decoreren muren, plafonds en ramen.

Als de video afgelopen is mogen we van de twee dames op eigen houtje door de herberg dwalen. De lokaliteit is opgepimpt met borden, bestek, pannen en ander huisraad uit de brocante. De flessen staan nog op tafel. Het valt op hoe idioot laag en sober de bar is: nauwelijks 70 centimeter hoog en het blad bekleed met zink. De gelagkamer is een en al kleur. Overal  is geschilderd, kennelijk zonder enige ordening. De ereplaats, de wand boven de eettafel, heeft Gauguin geschonken aan een een schilderij van Meijer de Haan: het portret van Marie Henry, die haar kind de borst geeft. Gauguin is verrukt van dit schilderij van zijn vriend. Zelf schildert Gauguin met olieverf op het gips van de muur een Bretons meisje, gekleed in traditionele dracht, dat bij de steile kust een kudde hoedt en wol spint, terwijl een engel met een zwaard boven haar zweeft. Gauguin is wel tevreden met het resultaat, schrijft hij aan Van Gogh, maar in de loop de tijd verdwijnt het achter diverse lagen behang. In 1924 wordt het teruggevonden samen met twee andere muurschilderingen. In 2006 wordt het aangekocht door het Van Gogh Museum voor een mij onbekend bedrag. De afbeelding hier is dus nep.

Gelagkamer Buvette de la Plage
De gelagkamer met links het portret van
Marie Henry met haar kind.

Alles hier is natuurlijk nep. De schilderijen van Gauguin behoren tegenwoordig tot de duurste ter wereld. Voor zijn l’Homme à la hache  werd $ 40,25 miljoen betaald, voor zijn Maternité II $39,2 miljoen en voor zijn Te Poipoi $39,2 miljoen. De kassa en toegang tot dit museumpje zouden niet onbemand zijn als hier originele kunstwerken hingen. 

In de slaapkamers boven staan bedden van een achterhaald formaat. Mensen van nu zouden er hun rug in breken. Gauguin slaapt in de achterkamer, Meijer de Haan in de grotere voorkamer – met Marie Henry. Zij raakt zwanger. Het verhaal wil dat Gauguin zo jaloers was op de liefdesrelatie tussen de Amsterdammer en de Bretonse schone, dat hij diens familie in Amsterdam inlicht over de compromitterende situatie, waarop de maandelijkse toelage van Meijer de Haan wordt stopgezet. Of het waar is, weet ik niet. Wel dat Meijer de Haan in het voorjaar van 1891 zonder zijn schilderijen en zijn bijbel de herberg verlaat en Marie Henry nooit meer ziet. Een paar maanden later wordt Ida geboren. Haar vader stopt met schilderen, kwakkelt met zijn gezondheid, overlijdt in 1895 in Amsterdam en wordt op de joodse begraafplaats van Muiderberg begraven. Hij laat Marie Henry zijn schilderwerk na.

De lakens op het bed van Marie Henry zijn strak getrokken. Geen kreukel te zien. Devoot houdt een crucifix de wacht bij de sponde. De liefdesaffaire blijft onbesproken in het museumpje. In de catalogus wordt steeds over Meijer de Hann gesproken en staan slechts lovende woorden over Marie Henry. Une femme exceptionelle. En: Ni égérie, ni servante, elle garde sa juste place de passeuse de mémoire discrète et efficace. 

Wier rapen
Wier rapen op het strand van Le Pouldu, omstreeks 1889.

Strand van Le Pouldu
Zonnebaden op het strand van Le Pouldu, 2009.

In de tuin hebben de twee dames het druk met een groep Franse toeristen. We zwaaien – dat wel – en verlaten La buvette de la Plage net als Meijer de Haan. We hopen hem in Amsterdam terug te zien. Vanaf oktober 2009 houdt het Joods Historisch Museum een expositie over het leven en werk van Meijer de Haan.

In la Buvette de la Plage ook geen spoor van een andere Nederlander, de Zaankanter Jan Verkade (van de beroemde familie), die er ook gelogeerd heeft en gewerkt heeft. Zijn Ferme au Pouldu werd lange tijd voor een Gauguin versleten. Gauguin zelf verlaat de herberg al eerder, in de loop van 1890 (als de toelages aan Meijer de Haan stoppen) en keert nog eenmaal (in 1894) terug in Bretagne. In november van dat jaar vertrekt hij naar de Stille Oceaan. Jan Verkade is een van de organisatoren van het afscheidsdiner dat zijn Parijse vrienden de grote meester aanbieden. 

Eén reactie op “Op bezoek bij mooie Marie”

  1. Jelte Rep » Blog archief » De namen gaan leven zegt:

    […] * Over Isaac Meijer de Haan zie Op bezoek bij mooie Marie   […]

Laat een reactie achter

*
Om te voorkomen dat er veel nep reacties worden geplaatst is deze code verplicht
Anti-Spam Image