Dood of niet?

30 juni 2015
KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Nu mijn beurt?

Bas belt me niet vaak, maar deze keer wel. Dat moet dus een speciale reden hebben en dat is ook zo.
‘Hoe gaat het met je’, vraagt hij
‘Waarom vraag je dat?’
Bas heeft gesproken met Jan-Willem en Johan, je weet we wel, ook van het lyceum.
Nee, die namen zeggen me niets. Ik ken wel een Willem-Jan en een John, maar geen Jan-Willem en ook geen Johan.
‘Wat hadden ze te vertellen?’
‘Dat je dood bent.’ Lees meer »

Vakantie

23 mei 2015

Deze maand geen blog.
Het is vakantie. Dat is een recht, destijds afgedwongen door de vakbonden. Dus alleen al uit solidariteit met de vakbeweging, moet je wel gaan, zin of geen zin.

Een vrolijke ontmoeting op een zonnige Provençaalse markt.

Ik heb wel zin.
Ik heb twee opties: nieuwe bestemmingen ontdekken of terugkeren naar oude, dierbare plekken. Ik kies voor het laatste: de Mont Ventoux en het gebied waarover hij ongenaakbaar heerst. Het boek en de film maken hem actueler dan ooit.

De zon, het licht, de weerbarstige bergen, de zinderende vlaktes volgepropt met eindeloze wijngaarden, de droge kerktorens met hun open campaniles, de lavendel die aarzelend paars kleurt, de dommelende dorpen, die eens in de week wakker worden geschud door de herrie van marktkooplieden.
Ik kijk rond en geniet. Ja, alles is zoals het was.

Zal zij er ook weer zijn? Jawel, ze is er weer, stralend als altijd. Ik zie haar terug, op de markt, het kapsel anders dan voorheen, maar nog steeds met diezelfde brede aanstekelijke lach.

Samen gaan we op de foto, net als weleer.

vakantie2015

Jawel, ze herkent me nog.

Fietsen door de oorlog

29 april 2015

De jaarlijkse oorlogsherdenking nadert heftiger dan ooit tevoren, maar ik ben paraat. Ik stap op mijn fiets en rijd naar de burgermeesterkamer in het oude raadhuis van Hilversum. Daar verzamelt zich een groep van elf man bij koffie en appeltaart. We gaan een fietstocht maken langs plekken die herinneren aan de jaren ’40-’45, maar wachten nog op de laatste twee deelnemers.

De heer Pieter Hoogenraad van het Fietsgilde leidt ons rond.

De heer Pieter Hoogenraad van het Fietsgilde leidt ons rond.

Aan de oorlog heb ik niet zoveel herinneringen, maar waarom intrigeert hij me steeds opnieuw? Ik weet het niet precies. Ik beschouw de oorlog wel als een onvermijdbare markeringslijn in de geschiedenis. Deze oorlog was niet alleen een bezetting van je land, maar vooral ook een mes op je geweten. Je kon weg kijken, maar niet lang. Uiteindelijk moest je keuzes maken. Wat je deed, hoe je het deed, waarom je het deed, waarom je het niet deed. Je geweten zal je uiteindelijk verantwoording vragen.

Hoewel ik langer in Hilversum woon dan ooit in Zaandam, voel ik me nog steeds een geëmigreerde Zaankanter. Ik heb meer belangstelling voor de geschiedenis van mijn geboortestreek dan die van mijn woonplaats, maar dit buitenkansje laat ik mij niet ontglippen. We fietsen namelijk ook naar de geheimzinnige Blaskowitz bunker, die heel erg verscholen ligt tussen de villa’s van de Trompenberg. Ik heb er wel eens naar gezocht, maar nooit gevonden. Vandaag gaat dat wel gebeuren.

Lees meer »

Ontzield

29 maart 2015
We trouwen in het wit.

We trouwen in het wit.

– Wanneer gaan jullie, vragen ze ons keer op keer.
– Maar wij gaan helemaal niet. Waarom zouden we?
Ze horen ons meewarig aan en we zien ze denken: wat een domme, eigenwijze  mensen. Straks zullen ze wel moeten, kunnen ze de trap niet meer op. En dan? Zorg kun je tegenwoordig wel vergeten. Dus dan moeten hun kinderen ervoor opdraaien. Egoïstisch is dat.

Nee, wij gaan ons huis niet verlaten. Wij blijven. Alsof er niets gebeurd is. Er is natuurlijk wel iets gebeurd. Het buurtje, waarin we zo’n veertig jaar geleden neerstreken en waar we zo uitbundig hebben gewoond, is ontzield. Het is een mistige morgen als een afgeladen bestelwagen voor de laatste keer de strijd uitrijdt, traag als bij een uitvaart, maar meer vanwege de weersomstandigheden, de verkeersdrempels en het glasservies. De stilte loopt als een doodgraver voorop.

Lees meer »

Loslopende gastarbeiders

27 februari 2015
hooglanders

Ze zijn er eerder dan ik: twee Schotse hooglanders.

Er zou sneeuw liggen op de heide. Vandaar dat ik mijn camera heb meegenomen. Maar de zon is er eerder dan ik. En deze twee koeien nog veel eerder. Die lopen daar dag en nacht, weer of geen weer. Ik maak een foto van het stel. Van ruime afstand. Ik heb het niet zo op dieren die los rond lopen waar ik rond loop.

Hoe dichter je bij zo’n beest komt, hoe imposanter het wordt. Ruige haren, stevige poten, vervaarlijke hoeven, lange puntige horen, grote, zwijgende ogen en een ontzagwekkende hoeveelheid vlees. Zeshonderd kilo of meer. Beukt dat op je in dan is je kans op een vrolijke voortzetting van je wandeling geheel verkeken. Blijf op 25 meter afstand, waarschuwen borden aan de rand van de heide. Zelden ben ik zo gehoorzaam.

Ze horen thuis in Schotland maar zijn hier naar toe gehaald om het graaswerk over te nemen van onze eigen schilderachtige schapen, die frequenteren op de doeken van de Larense Anton Mauve. Volgens zeggen schilderde die twee schilderijen per dag. Eentje van het vertrek van de kudde en de tweede van de terugkeer. De internationale kunsthandel was verzot op deze taferelen. Voor de schilderijen waarop de kudde aan komt lopen, sheep coming, werd nog meer betaald dan voor die waarop alleen de konten van de schapen waren te zien, sheep going. Die schapen zijn verdwenen, maar in cows coming heeft nog geen schilder inspiratie gevonden, hoewel ze allemachtig stil kunnen staan en met een brede kwast makkelijk te vangen zijn. Natuurbeheerders zijn enthousiast over de Hooglanders. Het zijn goede grazers, niet kieskeurig, winterhard en zelden agressief. Zeggen ze. Lees meer »

Zingen op grafstenen

28 januari 2015
De oude kerk van Oostzaan.

De oude kerk van Oostzaan.

Als je van het dorp Oostzaan alle korsten als nieuwbouw, winkelcentra, verbrede wegen en parkeerplaatsen zou kunnen weg krabben, dan glanst er in het oude centrum een prachtige parel: de Nederlands Hervormde kerk. Een hoog kruisvormig gebouw met lange ramen en een groen torentje als een vrolijke puntmuts. Voor de kerk kruisen de vier winden elkaar. Met Zuid kom je bij het IJ en Amsterdam, West voert je naar de Zaan en Zaandam, Noord brengt je via de Haal naar Purmerend en Oost leidt je naar de begraafplaats en toont je het voorheen oneindige waterland vol sloten en slootjes, rietkragen, watervogels en joelende wolkenpartijen.

De kerk staat daar al heel wat jaartjes, zo’n 250 jaren om preciezer te zijn en heeft heel wat dorpelingen zien komen en gaan. Vooral binnen is het erg mooi met zijn ingehouden: rood portaal, witte zuilen, lichtblauwe balken, en dito hemel, waar in kroonluchters en miniatuur scheepjes zweven. Oostzaan is de bakermat van mijn familie. Zondag op zondag gingen mijn voorouders hier ter kerke. Om me aan te sluiten bij die stoet, heb ik er ooit op kerstavond een dienst bijgewoond en weekhartig mee gezongen over de baby die vrede op aarde zal brengen. Lees meer »

Ik wil je niet

23 december 2014

Kijk hoe enthousiast we zijn. We lachen en kletsen, schudden handen en zoenen, slaan elkaar vrolijk op de rug en strooien complimenten. We vallen in elkaars armen als marathonlopers na  de finish. We bekijken onze minuscule fotootjes van toen met zoveel aandacht en verheerlijking als betreffen ze het kindeke Jezus in zijn kribbe. Ja, wat vinden we het leuk om elkaar weer te zien nu we grote mensen geworden zijn.

Vliegers oplaten en verder niets

Vliegers oplaten en verder niets

In 1960 deden we eindexamen en spatten we uiteen, alle kanten op, onze ambities en dromen achterna. Een toeval brengtt ons een halve eeuw later weer bijeen en sindsdien spuiten onze herinneringen onafgebroken omhoog als vurige lava. Tijd blijkt niet langer te bestaan. Jaren doen er niet meer toe. We zijn niet oud of jong meer. We zijn wie we zijn en poedelen in het borrelende warme bad van herinneringen, beelden, momenten.

Toch zou je bij mij enige afstand, enige reserve kunnen waarnemen. Ik zoek namelijk al sinds 1960 naar iemand, met wie ik een hartig woordje wil spreken. Achter wiens identiteit en motief wil komen. En hier ben ik dichter bij de onthulling dan ooit tevoren. Lees meer »

Ochtendstemming

28 november 2014

De kou is zwaarlijvig het balkon opgeklommen en via de openstaande deuren naar binnen gedrongen, onder mijn comfortabele vier-seizoenendekbed van zachte hollowsoft vezels door naar mijn voeten. De nacht verdrinkt in de dag. Die is niet alleen koud, maar ook grauw en nat, niet erg aantrekkelijk. Ik draai me om, probeer mijn tenen op te warmen en besluit mijn heerlijke plek nog lang niet te verlaten. De dag lijkt mij te koud en te onvriendelijk.

Koud en onaangenaam.

Koud en onaangenaam.

Kwaadaardige geluiden van buiten kletteren neer op mijn zachte hoofdkussen: driftige autobanden die venijnig op het harde wegdek slaan. Ik voorvoel wat voor dag het wordt: koud, gemeen, kwaadaardig, zonder enig geluk en vol chagrijn. Zo’n dag die je later het liefst had over geslagen; waarop je je been breekt, je onderuit gaat op je fiets, je geramd wordt op het zebrapad of rampzalig nieuws hoort.

Wat heb ik deze dag te doen? Ik moet eigenlijk mijn bloedsuiker laten meten in het ziekenhuis, een moeilijk fietstochtje over een weg vol lastige kruispunten, haastige auto’s, schreeuwende schoolkinderen, scheve regenputten, onduidelijke voorrangsregels en een spoorwegovergang, die van de wachtenden zoveel geduld vraagt dat ze massaal weg sprinten, zodra de slagboom omhoog gaat. Lees meer »

‘Joden’ op het Hop

27 oktober 2014

Tegenwoordig kun je bepaalde landen beter mijden, als je leven je lief is: Oekraïne, Afghanistan, Syrië, Liberia. Vroeger waren er buurten waar je beter niet kon komen. Het Vissershop bijvoorbeeld, een afgesloten woonwijk aan het zuideinde van Zaandam, op korte afstand van de begraafplaats. Achter iedere heg, uit ieder steegje en op iedere straathoek konden straatschoffies opduiken, die je op z’n minst doodschrik aanjoegen en op z’n slechtst je knock-out sloegen, alleen maar omdat je niet één van hen was en je er dus niets te zoeken had.

1939: Mijn oudste broer bezoekt met zijn ouders de Bleekersstraat.

1939: Mijn oudste broer bezoekt met zijn ouders de Bleekersstraat.

Het beroerde was dat we er wèl eens wat te zoeken hadden. Onze vier neven woonden daar met onze oom en tante in een knus huisje. Weliswaar woonden ze in de Bleekersstraat en dat was niet het echte Hop. Maar dat vergrootte het probleem alleen maar, want daardoor waren onze neven geen echte Vissershoppers en leefden ze voortdurend op voet van oorlog met de rest van het vuurrode Hop. Ze stonden bovendien bekend als gristelukken, wat hun buurtjongens een jihadachtige vrijbrief gaf om hen op ieder willekeurig moment in elkaar te slaan of anderszins het leven zuur te maken. Lees meer »

Maria, mijn duifje

31 augustus 2014

duifje

 

 

 

 

 

 

 

Je weet niet half hoe ik verlang je vrolijke gezichtje weer te zien. Met je te praten over de dingen die gepasseerd zijn en vooral over de toekomst, onze toekomst, die van ons land en van ons volk. Als je me wilt aanhoren, dan zal je ook inzien dat wat ik doe – vaak met de grootste tegenzin – het beste is voor ons allemaal. Je boosheid zal veranderen in begrip en trots.

Ik weet niet waar je bent sinds die idioten in de Oekraïne dat toestel uit de lucht schoten. Ik kan er natuurlijk binnen de kortste keren achter komen. Ik hoef maar met mijn vingers te knippen en ik heb alle gegevens. Als ik het zou willen, brengen mijn mensen je binnen 24 uur naar mij toe, waar je je ook verschuilt. Af en toe stuur ik een vliegtuig door het Hollandse luchtruim, zodat je weet dat ik er nog steeds ben om je te beschermen, hoe je je ook verzet tegen je vader.

Maar ik wil je niet dwingen. Ik heb je nooit gedwongen. Ik wil dat je uit je zelf naar me toe komt, net zoals vroeger, als je op mijn schoot kwam zitten en jij honderduit praatte over van alles en nog wat en ik je probeerde te vertellen over mijn zware en eenzame taak in deze wereld: ons volk weer groot en sterk te maken.

Ik heb je teveel verwend, mijn duifje. Ik probeerde te compenseren voor al die keren dat je me nodig had en ik er niet was, altijd bezig met mijn grote opdracht. Ook je moeder en je zusje leden er onder. Door mijn toewijding en gedrevenheid is ons gezin uit elkaar geslagen, de zwaarste klap die ik ooit heb moeten incasseren.

Ik heb je minnaars nooit een strobreed in de weg gelegd. Ik heb je laatste geliefde steeds met alle egards behandeld en mijn bescherming gegeven. Toen zijn verschrikkelijke rijgedrag de woede van niet de minste Moskovieten opriep en hij door bodyguards werd afgetuigd, heb ik passende maatregelen genomen. Daar heb ik je nooit over horen brullen. Ik heb die snelheidsduivel prachtige banen gegeven, alles en alleen uit liefde voor jou, mijn oogappel. Alles wat je vroeg, heb ik je altijd gegeven.

Maar ik had je nooit naar dat zelfvoldane kapitalistische kabouterland moeten laten gaan. Ik weet dat je van de zee houdt. En van luxe. Hoe blij en gelukkig dacht ik je te maken met dat penthouse van drie miljoen, dicht bij zee. Hoe gelukkig zou je je voelen als de zilte wind je prachtige blonde haar liet golven en dansen. Hoe dankbaar en hoe verbonden met je vader, je mecenas, zou je je voelen. Maar niets van dit alles.  Lees meer »